GEBRUIK VAN DE WEBSERVER
√ Als de verbinding met de webserver eenmaal is gemaakt (via ethernet, lokaal of remote)
1. Klik op "Configuratie", "Gegevensbeheer", "Instellingen", "Bijwerken" om in de respectievelijke hoofdstukken te komen.
2. Voer de toegangsgegevens in,
default:
Gebruikersnaam:
Wachtwoord:
CONFIGURATION (CONFIGURATIE)
Vanuit de pagina "Configuration" (Configuratie) kunt u het volgende instellen: de naam van het deurstation, de oproepmodus en
de toegangscontrolemodus.
1. NAME (NAAM)
2. SYSTEM (SYSTEEM)
3. CALL TYPE
(OPROEPMODUS)
4. ACCESS CONTROL
(TOEGANGSCONTROLE)
5. SAVE PARAMETERS
(CONFIGURATIE OPSLAAN)
DATA MANAGEMENT (GEGEVENSBEHEER)
Met de pagina "Data management" (Gegevensbeheer) is een snelle toegang mogelijk tot het beheer van de gegevens in de lijst
en de waarschuwingsberichten.
1. NAMES (NAMEN)
2. MESSAGES (BERICHTEN)
32
admin
admin
Voer de gewenste naam voor het deurstation in.
Niet wijzigbaar veld voor weergave van het soort systeem (Simplebus/Simplebus Top)
geconfigureerd op het deurstation.
Selecteer uit het vervolgkeuzemenu de gewenste oproepmodus (naar keuze tussen:
Standaard, Indirecte code, Immotec, Immotec met indirecte code) zoals beschreven in
het hoofdstuk
"2.5.
Selecteren/Deselecteren voor het Inschakelen/Uitschakelen van de
toegangscontrolefunctie (zie hoofdstuk
Druk op de toets om de configuratie op te slaan.
Drukknoppen voor snelle toegang tot beheer van namen, codes en wachtwoorden in de lijst.
Als de toegangscontrole gedeactiveerd is, worden namen en wachtwoorden
apart beheerd en kunnen de sleutels niet worden gebruikt.
Drukknoppen voor snelle toegang tot het beheer van waarschuwingsberichten van het
deurstation.
OPROEPBEHEER".
"2.6.
TOEGANGSCONTROLE").
1.
2.
3.
4.
5.
1.
2.