15.5 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
▶
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
▶
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
▶
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
▶
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
¡ De aansluitgegevens zijn te vinden op het typeplaat-
je. → Pagina 13
¡ De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡ Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraadaan-
sluiting gebruiken.
¡ Het apparaat tijdens de montage niet op de voe-
dingsspanning aansluiten.
¡ Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
15.6 Aanwijzingen m.b.t. de inbouwsituatie
¡ Dit apparaat aan het keukenplafond of een stabiel
verlaagd plafond monteren.
¡ Voor de montage van extra speciale accessoires de
daarbij meegeleverde installatiehandleiding aanhou-
den.
¡ De breedte van de afzuigkap moet minstens over-
eenkomen met de breedte van het kooktoestel.
¡ Om de kookdamp optimaal op te vangen, het appa-
raat in het midden boven de kookplaat monteren.
15.7 Aanwijzingen m.b.t. de
luchtafvoerleiding
De fabrikant van het apparaat geeft geen garantie bij
klachten die te wijten zijn aan het buizentraject.
¡ Een korte, rechte afvoerbuis met een zo groot mo-
gelijke buisdiameter gebruiken.
¡ Lange, ruwe afvoerbuizen, vele buisbochten of klei-
ne buisdiameters verminderen het afzuigvermogen
en verhogen het ventilatorgeluid.
¡ Een afvoerbuis van niet brandbaar materiaal gebrui-
ken.
¡ Om het teruglopen van condens te vermijden, de af-
voerbuis vanuit het apparaat met 1° verval monte-
ren.
15.8 Aanwijzing voor de luchtafvoerfunctie
Voor de luchtafvoerfunctie moet een terugslagklep wor-
den ingebouwd.
Opmerkingen
¡ Wanneer bij het apparaat geen terugslagklep is
meegeleverd, dan kan men een terugslagklep in de
vakhandel verkrijgen.
¡ Wanneer de afvoerlucht door de buitenwand wordt
geleid, dan moet een telescopische muurcassette
worden gebruikt.
15.9 Installatie
Plafond controleren
1.
Controleren of het plafond horizontaal is en voldoen-
de draagvermogen heeft.
2.
De boorgatdiepte overeenkomstig de schroeflengte
boren.
De pluggen dienen goed vast te zitten.
3.
De bijgevoegde schroeven en pluggen alleen voor
massieve muren gebruiken.
Betreffende bevestigingsmiddelen voor andere con-
structies gebruiken, bijv. gipsplaat, poreus beton,
poroton-tegels, poroton-stenen.
4.
Het maximale gewicht van het apparaat bedraagt
50 kg.
Bovenste draagframe monteren
1.
Opmerking: De hoogte van het draagframe is instel-
baar in stappen van 20 mm.
Voor de montage de totale hoogte van het draagfra-
me bepalen en de schroefgaten aftekenen.
2.
Het middelpunt van het apparaat aftekenen op het
plafond.
3.
Met behulp van de meegeleverde sjabloon de posi-
ties voor de schroeven aan het plafond aftekenen.
4.
Vier gaten met Ø 8 van 80 mm diep boren voor de
bevestigingen en de pluggen er geheel indrukken.
5.
Het bovenste deel van het draagframe met 4
schroeven aan het plafond bevestigen.
– Let op de juiste positie van het draagframe.
– De middelste beugel bepaalt de voorkeurzijde en
moet in de richting van het bedieningselement
van de kookplaat wijzen.
Montagehandleiding nl
17