De monitor gebruiken
De monitor inschakelen
Druk op de knop
De bediening op het voorpaneel gebruiken
Gebruik de bedieningsknoppen op de onderrand van de monitor om het beeld aan te passen.
1
In de volgende tabel worden de bedieningsknoppen beschreven:
Besturingsknoppen
1
Vooraf ingestelde modus
2
Helderheid/contrast
3
Menu
4
Afsluiten
5
Voedingsknop
(met voedingsstatuslampje)
om de monitor in te schakelen.
2 3 4 5
Gebruik deze knop om een keuze te maken uit een lijst
met vooraf ingestelde modi.
Voor directe toegang tot het menu Helderheid en
contrast.
Hiermee opent u het OSD-menu (On-Screen Display) of
opent u de lijst met items/opties van een menu-item. Zie
Het OSD-menu openen
Om terug te keren naar het hoofdmenu of om dit te
verlaten.
De monitor IN of UIT schakelen.
Een continu brandend wit lampje geeft aan dat de
monitor is ingeschakeld en normaal functioneert. Een
knipperend wit lampje geeft aan dat de monitor in de
stand-bymodus staat.
Beschrijving
voor meer informatie.
De monitor gebruiken
│
23