2. Breng de achterkant van het maaidek omhoog en
plaats een blok onder de snijplaat.
3. Verwijder de 2 moeren waarmee de beugels van
beide rollen en het afstandsstuk zijn bevestigd aan
de montageflens van beide snijplaten.
4. Verwijder de rol en de schroeven uit de
montageflenzen van de zijplaat en de
afstandsstukken.
5. Plaats de afstandsstukken op de schroeven van de
beugels van de rol.
6. Zet de beugel van de rol en afstandsstukken weer
vast aan de onderkant van de montageflenzen met
de schroeven die u eerder hebt verwijderd.
7. Controleer of het contact tussen snijplaat en
messenkooi correct is. Kantel de machine zodat u
bij de voor- en achterrol en de snijplaat kunt komen.
Opmerking: De stand van de achterrol ten
opzichte van de messenkooi wordt bepaald door
de bewerkingstolerantie van de gemonteerde
onderdelen en evenwijdig stellen is niet nodig. U
kunt de stand enigszins bijstellen door het maaidek
op een vlakke plaat te plaatsen en de montagebouten
van de zijplaat los te draaien (Figuur 19). Verstel de
tapbouten en draai ze vast. Draai de tapbouten vast
met een torsie van 37–45 Nm.
Figuur 19
1. Tapbouten voor montage van zijplaat
Termen van maaihoogtetabel
Maaihoogte-instelling
De gewenste maaihoogte.
Basisinstelling van maaihoogte
De hoogte waarop de bovenrand van de snijbalk is
ingesteld boven een gelijk oppervlak dat de onderkant
van zowel de voor- als de achterrol raakt.
Effectieve maaihoogte
Dit is de werkelijke hoogte waarop het gras is gemaaid.
Voor een bepaalde basisinstelling van de maaihoogte
zal de effectieve maaihoogte variëren afhankelijk van
het type gras, het seizoen en de toestand van de grond.
De instelling van de maaieenheid (agressiviteit van
maaien, rollen, snijbalken, gemonteerde werktuigen,
gazoncompensatie-instellingen enz.) heeft ook een
invloed op de effectieve maaihoogte. Controleer
regelmatig de effectieve maaihoogte met de Turf
Evaluator, model 04399, om de gewenste basisinstelling
van de maaihoogte te bepalen.
Agressiviteit van maaistand
De agressiviteit van de maaistand van het maaidek heeft
een duidelijke invloed op de prestaties van het maaidek.
De agressiviteit van de maaistand slaat op de hoek van
de snijplaat ten opzichte van de grond (Figuur 20).
De beste instelling van het maaidek hangt af van de
gazonomstandigheden en de gewenste resultaten.
Ervaring met het maaien van uw gazon bepaalt de
beste instellingen. De agressiviteit van de maaistand
kan tijdens het maaiseizoen aangepast worden aan de
conditie van het gras.
Over het algemeen is een laag tot normaal agressieve
instelling beter geschikt voor grassoorten voor het
warme seizoen (bermuda-, paspalum-, zoysiagras),
terwijl voor grassoorten voor het koele seizoen (agrostis,
blue grass, rogge) een normaal tot hoog agressieve
instelling vereist is. Bij een hoog agressieve instelling
wordt meer gras gemaaid doordat de ronddraaiende
messenkooi meer gras in de snijplaat trekt.
13