Gemiddelde temperatuurcoëffici-
ent nulsignaal
Turn down 1 : 1
Turn down 1 : 1 tot 5 : 1
Turn down tot 10 : 1
Thermische verandering stroomuitgang door omgevingstemperatuur
Geldt bovendien voor de analoge 4 ... 20 mA-stroomuitgang en heeft betrekking op het ingestelde
meetgebied.
Thermische verandering stroomuitgang
Fig. 43: Thermische verandering stroomuitgang
Extra temperatuurinvloed door scheidingsmembraan
De specificaties zijn gerelateerd aan het membraanmateriaal 316L en scheidingsmembraanvloei-
stof siliconen olie. Deze zijn allen bedoeld als inschatting. De werkelijke waarden hangen af van de
diameter, het materiaal en de dikte van het membraan en van de scheidingsmembraanvloeistof.
Deze staan op aanvraag ter beschikking.
Temperatuurcoëfficiënt van het scheidingsmembraan in mbar/10 K bij
Ʋ Flens DN 50 PN 40, Form C,
DIN 2501
Ʋ Flens DN 80 PN 40, Form C,
DIN 2501
Ʋ Flens DN 80 PN 40, Form C,
DIN 2501 met tubus 50 mm
Ʋ Flens 2" 150 lbs RF, ASME B16.5
Ʋ Flens 3" 150 lbs RF, ASME B16.5
Ʋ Flens 3" 150 lbs RF, ASME B16.5 met
tubus 2"
Temperatuurcoëfficiënt van een koelele-
ment, afhankelijk van membraan-ø
Temperatuurcoëfficiënt van een 1 m
lange capillaire leiding, afhankelijk van
membraan-ø
VEGABAR 81 • 4 ... 20 mA/HART
Binnen het gecompenseerde
temperatuurbereik 10 ... +70 °C
(+50 ... +158 °F)
< 0,05 %/10 K
< 0,1 %/10 K
< 0,15 %/10 K
0,3 %
0,15 %
-40°C
-20°C
-0,15 %
-0,3 %
< 0,05 %/10 K, max. < 0,15 %, telkens bij -40 ... +80 °C
(-40 ... +176 °F)
40°C
60°C
20°C
1,2 mbar/10 K
0,25 mbar/10 K
1,34 mbar/10 K
1,2 mbar/10 K
0,25 mbar/10 K
1,34 mbar/10 K
0,1 ... 1,5 mbar/10 K
0,1 ... 15 mbar/10 K
Buiten het gecompenseerde tem-
peratuurbereik
typ. < 0,05 %/10 K
-
-
80°C
11 Bijlage
69