TIPS VOOR GEBRUIK
Volg deze aanbevelingen om het beste uit uw
apparaat te halen:
• Sluit de ramen en deuren in de kamer waar u de
airconditioner gebruikt (afb.21). Bij semipermanente
installatie van het apparaat moet u een deur iets open
laten (niet meer dan 1 cm) om een goede ventilatie te
garanderen;
• Bescherm de kamer tegen directe blootstelling aan
de zon door gordijnen en/of jaloezieën gedeeltelijk te
sluiten, zodat het apparaat veel zuiniger werkt (afb.
22);
• Plaats nooit voorwerpen op het apparaat.
• Blokkeer de luchtinlaat en -uitlaat niet (afb. 23). Laat
de roosters vrij;
• Zorg ervoor dat er geen warmtebronnen in de kamer
zijn;
• Gebruik het apparaat nooit in vochtige ruimten
(wasruimtes of badkamers bijvoorbeeld).
• Gebruik de warmteband niet buitenshuis.
• Zorg ervoor dat het apparaat op een vlakke
ondergrond staat.
WATERAFVOER
Wanneer er teveel water in het apparaat condenseert, stopt het apparaat met
werken en toont het "
erop dat het condenswater moet worden afgevoerd volgens de onderstaande
procedure:
Handmatig aftappen (afb. 24)
In gebieden met een hoge luchtvochtigheid kan het nodig zijn water af te tappen.
1. Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
2. Plaats een opvangbak onder de onderste aftapplug. Zie diagram.
3. Verwijder de onderste aftapplug.
4. Het water loopt eruit en verzamelt zich in de afvoerbak (misschien niet bijgeleverd).
5. Nadat het water is afgetapt, plaatst u de onderste aftapplug weer terug.
6. Zet het apparaat aan.
"(VOLLE TANK zoals vermeld in ZELFDIAGNOSE). Dit wijst
sluit deuren en
ramen
gordijnen
sluiten
Dek het apparaat
niet af