Inhoudsopgave
Advertenties
HANDLEIDING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
VENTILATORMODUS
Wanneer het apparaat in deze modus wordt gebruikt, hoeft de luchtslang
niet te worden bevestigd.
•
Druk een aantal keer op de knop
naast het
symbool.
•
Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid door op de knop
drukken.
Er zijn drie snelheden beschikbaar: High / Medium / Low.
DROOGMODUS
Ideaal om de vochtigheid in de kamer te verminderen (lente en
herfst, vochtige kamers regenperiodes, etc.). In de droogmodus
moet het apparaat op dezelfde wijze worden voorbereid als voor
de koelmodus, met de luchtafvoerslang aangesloten om het vocht
naar buiten te kunnen afvoeren. Om deze modus correct in te
stellen:
• Druk een aantal keer op de knop
verschijnt naast het
".
• In deze modus wordt de ventilatorsnelheid automatisch door
het apparaat geselecteerd en kan deze niet handmatig worden
ingesteld.
AUTO-MODUS
Het apparaat kiest automatisch of het in de koel-, ventilator- of
verwarmingsmodus werkt (sommige modellen hebben geen
verwarmingsmodus).
Om deze modus correct in te stellen:
•
Druk een aantal keer op de knop
verschijnt naast het
•
Selecteer de gewenste ventilatorsnelheid door op de knop te
drukken. Er zijn vier snelheden beschikbaar: High I Medium I Low
/ Auto.
Als het apparaat alleen een koelmodel is, werkt het apparaat in
de ventilatormodus wanneer de kamertemperatuur lager is dan
23°C,
en koelmodus wanneer de kamertemperatuur hoger is dan 23°C.
Als het apparaat een model is voor koelen en verwarmen, werkt
het apparaat in de verwarmingsmodus als de kamertemperatuur
lager is dan 20°C, en in de ventilatormodus als de
kamertemperatuur tussen 20°C en 23°C ligt, en in de koelmodus
als de kamertemperatuur hoger is dan 23°C.
Display op het bedieningspaneel:
Het is AUTO-modus als het display circulerend zal lopen.
totdat het
totdat het
symbool. Op het display verschijnt "
totdat het
symbool. Op het display verschijnt "
symbool verschijnt
te
symbool
symbool
Advertenties
Inhoudsopgave
