Advertenties
8. Kies de gewenste bladprofileringsafstand door middel van de "punten" op de
schaatshouder. Druk tweemaal op de "PROFILE"-knop, een licht zal aangaan en
de schaatshouder zal zich tussen de twee eenpuntsmarkeringen in de schaatshouder bewegen.
Druk driemaal 2 lichten zullen ontbranden en de schaatshouder zal zich tussen de twee
tweepuntsmarkeringen in de schaatshouder bewegen. Druk viermaal 3 lichten zullen
ontbranden en de schaatshouder zal zich tussen de twee driepuntsmarkeringen in de
schaatshouder bewegen. Indien u de afstand niet kiest zal de schaatshouder zich over de hele
afstand van links naar rechts bewegen.
9. Kies de profileringscycli met "SHARP". 1 druk = 5 cycli, 2 drukken = 10 cycli, 3 drukken = 15
cycli, 4 drukken = 20 and 5 drukken = 25 cycli. Opnieuw op de knop drukken tijdens het
profileren = reset. U kunt de schaatshouder ook manueel 5 cycli draaien (1 licht) door op de
"SHARP"-knop te drukken op de plaats naar waar u de schaatshouder wil terug laten keren.
Ook kan u wanneer alle lampjes uit zijn de schaatshouder draaien door op de "SHARP"-knop te
drukken.
10. Tijdens het profileren kun je de snelheid van de schaatshouder aanpassen door op de pijltjes
van "SPEED" te drukken.
11. BELANGRIJK! Maak de schaats nooit los voor het profileren is beëindigd!
12. Doe hetzelfde voor het andere blad maar let erop dat de profilering gebeurt
op dezelfde afstand als het eerste blad Denk eraan om de geleiderolhoogte aan
te passen net als voor het eerste blad.
13. Neem de contoursjabloon weg en stel de geleiderol bij naar beneden.
14. Nadat beide schaatsen geprofileerd zijn moeten ze eerst geslepen worden. Eerst moet u de
slijpsteen opruwen en dan moeten de bladen na het profileren minstens 5-7 maal (cycli)
geslepen worden zodat de draaimarkeringen verdwijnen. Zie de instructies over scherpen en
opruwen van de slijpsteen op pagina's 9 en 10.
pagina 13
Advertenties
