bij- en afgeschakeld. De nadraaitijd van de pompen
wordt continu geoptimaliseerd. De toevoer kan op 3
manieren geconfigureerd zijn.
1. Drukopnemer in toevoerleiding
In de aanvoerleiding kan een drukopnemer worden
gemonteerd. Deze opnemer registreert de voordruk
ten behoeve van:
•
De PID-regeling.
•
Uitlezing in de display.
•
De droogloopbeveiliging.
2. Drukschakelaar aan zuigzijde of vlotterschakelaar
in voorloopreservoir.
In het voorraadreservoir (of in de aanvoerleiding) kan
een drukschakelaar of vlotterschakelaar worden
gemonteerd. Deze schakelaar registreert de
voordruk ten behoeve van:
•
De droogloopbeveiliging.
3. Drukopnemer in voorloopreservoir en vulklep.
In het voorloopreservoir kan een drukopnemer
worden gemonteerd. De drukopnemer registreert het
waterniveau ten behoeve van:
•
Hoogwateralarm.
•
Aansturing van de vulklep. De vulklep kan naar
keuze open/dicht of proportioneel worden
aangestuurd.
•
Kritisch waterniveau-indicatie.
•
Droogloopbeveiliging.
•
Twee digitale contacten ten behoeve van twee
extra niveaumeldingen.
Hydro-unit MCF
De hydro-unit MCF is uitgevoerd met een of
meerdere frequentieregelaars. In het geval van een
toerentalgeregelde hydro-unit is aan de perszijde van
de installatie een drukopnemer gemonteerd die met
een analoog signaal de systeemdruk doorgeeft aan
de Megacontrol II. Een geïntegreerde instelbare PID-
regelaar in de software van de Megacontrol II zorgt er
voor dat de systeemdruk constant blijft, door een of
meerdere (al of niet) toerentalgeregelde pompen
achtereenvolgens vertraagd in- of uit te schakelen.
Een pomp wordt pas in- of uitgeschakeld als
respectievelijk 100% of 0% van het toerental is
bereikt.
Hydro-unit MCJ
De hydro-unit MCJ is uitgevoerd met een
jockeypomp, speciaal geschikt voor installaties met
sterk wisselende waterafnames. Een jockeypomp is
een kleinere pomp met minder capaciteit maar
dezelfde druk als de hoofdpompen van de installatie.
Een drukopnemer die gemonteerd is aan de perszijde
geeft met een analoog signaal de systeemdruk door
aan de Megacontrol II. De jockeypomp zal als eerste
worden gestart. Als het waterverbruik groter is dan de
capaciteit van de jockeypomp, zullen één of meer
hoofdpompen inschakelen, terwijl de jockeypomp
wordt uitgeschakeld. Bij dalend waterverbruik zal de
jockeypomp het werk van de hoofdpompen weer
overnemen. Indien de capaciteit, bij een sterke
waterafname, van de hoofdpompen niet voldoende is,
zal de jockeypomp bijgeschakeld worden. Een hydro-
unit kan ook uitgevoerd zijn met 2 jockeypompen die
elkaars reserve zijn.
9