9.4.2
Submenu - Suction: switch
Parameter
Reset
Run dry delay
Inlet pressure
Return to main menu
9.4.3
Submenu - Suction: pressure
Parameter
Sensor 4 mA
Sensor 20 mA
Reset
Shut down at
Reset at
Run dry delay
Reference pressure
Return to main menu
20
SV
Waarde
Manual
Automatic
Y
0-300 [s]
Y
0-999 [kPa]
SV
Waarde
-100 to - 999 [kPa]
0 - 9999 [kPa]
Manual
Automatic
0 - 9999 [kPa]
0 - 9999 [kPa]
Y
0 - 300 [s]
Off - 9999 [kPa]
Gebruik
Resetten of herstarten van de installatie, nadat het bereiken
van de juiste voordruk of het juiste niveau de installatie heeft
vrijgegeven. Afhankelijk van de parameterwaarde geschiedt
het resetten automatisch of handmatig.
[Default: Manual]
Vertraging op het uitschakelcommando van de droogloopbe-
veiliging.
[Default: 10 s]
Gemiddelde voordruk.
[Default: 200 kPa]
Terug naar het hoofdmenu.
Gebruik
Calibratiewaarde van de toegepaste drukopnemer, waarbij
er 4 mA wordt uitgestuurd (lees af op de behuizing van de
opnemer).
[Default: 0 kPa]
Calibratiewaarde van de toegepaste drukopnemer, waarbij
er 20 mA wordt uitgestuurd (lees af op de behuizing van de
opnemer).
[Default: 1000 kPa]
Resetten of herstarten van de installatie, nadat het bereiken
van de resetdruk de installatie heeft vrijgegeven. Afhankelijk
van de parameterwaarde geschiedt het resetten automatisch
of handmatig. De resetwaarde kan worden ingegeven bij de
paramater 'Reset at' die hierna volgt.
[Default: Manual]
Uitschakeldruk van de installatie als onderdrukbeveiliging
aan de zuigzijde.
[Default: 20 kPa]
Resetwaarde waarbij de installatie wordt vrijgegeven.
[Default: 80 kPa]
Vertraging op het uitschakelcommando.
[Default: 10 s]
Instelbare minimale toevoerdruk. Als de voordruk boven
deze waarde uitstijgt dan wordt de overwaarde opgeteld bij
de wenswaarde. Hierdoor wordt bij sterk schommelende
voordrukken het verschil tussen inschakeldruk en topdruk
van de pomp geminimaliseerd.
[Default: Off]
Terug naar het hoofdmenu.