32
nl | Zone-uitbreiding
3.2.2
Het draadloze netwerk opbouwen en configureren
De wLSN-hub bouwt automatisch het draadloze netwerk op en configureert het.
De wLSN-hub evalueert elke beschikbare radiofrequentie op ruis, draadloze signaalsterkte en
andere aangrenzende draadloze systemen. De wLSN-hub selecteert vervolgens de frequentie
met de kleinste hoeveelheid ruis en de kleinste hoeveelheid verkeer voor de netwerkwerking.
Om het draadloze netwerk te configureren selecteert de wLSN-hub het beste zendkanaal.
Wanneer een kanaal is geselecteerd, configureert de wLSN-hub alle toegevoegde apparaten
om te werken op de geselecteerde frequentie. Dit proces kan verschillende minuten duren.
3.2.3
Apparaten configureren
Ingangs- en uitgangsapparaten
AANWIJZING!
i
Het ISW-BMC1-S135X Deur/Raamcontact en de ISW-BIN1-S135X Trildetector hebben een
magnetische schakelaar als een ingang. Verwijder de magneet van het apparaat voor u de
zonetest start indien de magnetische schakelaar niet wordt gebruikt.
Als het netwerk aangelegd en geconfigureerd is, meldt het systeem "Test alle zones". Test de
draadloze apparaten in deze volgorde: ingangsapparaten, uitgangsapparaten en
relaismodules.
AANWIJZING!
Verlaat de zonetest niet tot alle gewenste draadloze apparaten getest zijn. Anders moet u
handmatig apparaten aan het systeem toevoegen.
i
Als extra draadloze apparaten die niet voor installatie bedoeld zijn, zich binnen het bereik van
de draadloze hub bevinden, ziet de wLSN-hub mogelijk ook deze apparaten. Om alle
ongebruikte apparaten uit het systeem uit te sluiten, druk op [#] (of [5] vanaf de
bedieneenheid om de zonetest te verlaten. De wLSN-hub zet alle ongebruikte apparaten in de
niet-gevonden status.
Wanneer u het apparaat herstelt, meldt het systeem het toegekende apparaatnummer.
Apparaten testen
Zonenummers worden toegewezen aan draadloze apparaten in de volgorde waarin de
apparaten eerst communiceren met het systeem (gesaboteerd, geactiveerd, batterij bijna
leeg). Indien specifieke zonenummers de voorkeur krijgen voor draadloze apparaten, zorg
ervoor dat de draadloze apparaten communiceren in de juiste volgorde. Anders kent het
systeem het laagst mogelijke zonenummer toe aan het eerst geteste draadloze apparaat. Met
bewegingsdetectors activeert u alleen de detector die u wilt testen. Raadpleeg Tabel 2.6 op
Pagina 25 voor testinstructies voor wLSN-apparaten.
F01U087847 | 01 | 2009.01
Systeemreferentiegids
Easy Series
Bosch Security Systems, Inc.