Zet de oppervlakkenreiniger om te beginnen op het oppervlak dat gereinigd moet
•
worden en neem de hoogdrukreiniger zoals hierboven beschreven in bedrijf. Beweeg
de oppervlakkenreiniger zonder grote druk over die het oppervlak dat gereinigd moet
worden.
LET OP: Druk nooit op de vergrendeling van het spuitpistool voor de
•
oppervlakkenreiniger op oppervlak ligt dat gereinigd moet worden.
Door de roterende sproeiers en de reinigingsborstels worden terrassen, wegen en
•
vergelijkbare oppervlakken grondig en zonder spatwater van algen, mos of soortgelijke
vervuiling ontdaan.
Reiniging beëindigen
Hoogdrukreiniger met bedrijfsschakelaar (10) uitschakelen door druk op bedrijfs-
•
schakelaar in de stand „0" en het afkoppelen van de netstekker.
Watertoevoer afsluiten en het apparaat van de watertoevoer afkoppelen.
•
De ontgrendeling (8) van het spuitpistool (3) drukken tot het apparaat geen druk meer
•
heeft.
De ontgrendeling (8) van het spuitpistool (3) met de ontgrendelingsblokkade (9)
•
vergrendelen.
Het apparaat op een veilige, voor kinderen niet toegankelijke en vorstvrije plek
•
bewaren.
Laat de hoogdrukreiniger voor u hem langere tijd niet gebruikt en voor het opbergen in
•
de winter voor ca. 5 seconden zonder watertoevoer en zonder aangesloten
hoogdrukslang lopen. Daardoor wordt de pomp vrijwel van restwater ontdaan en is het
gevaar van beschadiging door opvriezend water in het apparaat vrijwel uitgesloten.
Schoonmaken en onderhoud
Voor alle reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan de hoogdrukreiniger moet de
•
netstekker worden afgekoppeld.
Reinig de behuizing uitsluitend met een droge doek en gebruik daarbij geen
•
schoonmaakmiddelen, omdat de behuizing daardoor kan worden aangetast.
Neem het vuilfilter (13) uit de wateraansluiting (14), reinig het onder stromend water en
•
zet het er weer in.
Zet de beschermende kap op de wateraansluiting (14) en de hoogdrukuitgang (15),
•
zodat het schroefdraad niet beschadigd kan raken.
De bijgeleverde reinigingsnaald (17) dient voor het reinigen van de sproeier. Steek na
•
ieder gebruik van de hoogdrukreiniger met de reinigingsnaald (17) van voren door de
sproeier, om eventuele verontreinigingen of afzetsel in de sproeier te verwijderen.