Spuitmond
Het toevoegen van het schoonmaakmiddel is alleen mogelijk bij lage bedrijfsdruk.
Door de spuitlanshuls (16) naar achteren of naar voren te verschuiven wordt de
•
hogedrukreiniger omgeschakeld van hoge naar lage druk.
Om aan het waswater schoonmaakmiddel toe te voegen schuift u de spuitlanshuls (16)
•
tot aan de aanslag naar voren.
Als u het pistool bedient wordt het schoonmaakmiddel automatisch aan het waswater
•
toegevoegd.
Om weer terug te schakelen naar hoge druk moet de spuitlanshuls (16) tot de aanslag
•
in de richting van het pistool worden geschoven.
Na het wisselen van lage naar hoge druk en bij een gevulde
•
schoonmaakmiddelcontainer kan gedurende korte tijd nog schoonmaakmiddel uitlopen.
Het schoonmaakproces
Object met hogedruk afspuiten zodat het grove vuil eraf gaat.
•
De spuitmond omschakelen op lage druk, het schoonmaakmiddel op het oppervlak
•
spuiten en korte tijd laten inwerken (niet op laten drogen!)
Spuitmond weer op hoge druk instellen om het vuil met de hogedrukstraal weg te
•
spuiten.
Waaierstraalsproeier
Door het draaien van de sproeierhouder (16) kan tussen puntstraal (18) en waaierstraal
(19) met de waaierstraalsproeier worden afgewisseld.
Vuilfrees
De vuilfrees (1) maakt een roterende puntstraal. Daardoor wordt een snelle reiniging van
grote oppervlakken vloer of muur mogelijk.
Doe om te beginnen datgene dat hierboven onder het punt „Voor u begint te werken" is
•
beschreven.
Schroef in plaats van de straalbuis (2) de vuilfrees (1) in het spuitpistool (3).
•
Bij het drukken op de ontgrendeling (8) komt een roterende puntstraal tot stand.
•
Door het heen en weer bewegen van het spuitpistool worden bijvoorbeeld algen of mos
•
effectief van oppervlakken in de buitenlucht verwijderd.
Oppervlakkenreiniger
De oppervlakkenreiniger (7) maakt het efficiënt reinigen van terrassen, wegen en
vergelijkbare grote oppervlakken mogelijk en biedt tegelijkertijd een optimale bescherming
tegen spatwater voor degene die het apparaat gebruikt. Door de waterdruk worden de
hoogdruksproeiers in de behuizing van de reiniger tot rotatie gebracht. De behuizing en de
op de rand dicht bij elkaar staande reinigingsborstels laten praktisch geen spatwater door.
Schroef de verlengingsbuis van de reiniger (7) in het spuitpistool (3).
•
Steek de bajonetaansluiting van de oppervlakkenreiniger (7) tot de aanslag in de
•
spuitpistool (3) en zet hem vast door te draaien.