Inhoud 1 In verband met deze handleiding ........77 1.1 Geldigheid, bewaring en verder geven van de handleiding 77 1.2 Symbolen 2 Veiligheid ..............78 2.1 Doelgericht gebruik 2.2 Algemene veiligheidsinstructies 3 Toesteloverzicht ............80 4 Bediening ..............81 4.1 Instellen van de streeftemperatuur 4.2 Navigatie en instellingen 4.2.1 Menu Life-Style-functies 4.2.2 Menu instellingen...
Geldigheid, bewaring en verder geven van de hand- leiding Deze handleiding geldt voor de kamertemperatuurregelaar van de types - RD 40203-10 – Standard 24 V, - RD 20203-10 – Standard 230 V, - RD 45203-40 – Komfort 24 V, - RD 25203-40 – Komfort 230 V, - RD 45203-60 –...
Veiligheid 2 Veiligheid Doelgericht gebruik De kamertemperatuurregelaar stuurt direct of via een aansluiteen- heid aangesloten thermische actuators in een afzonderlijk kamer- regelingssysteem. Al naargelang de uitvoering is hij voor 24 V- of 230 V-componenten geschikt. Het toestel dient voor • vaste installatie, •...
Pagina 5
Veiligheid • Er mogen geen personen (inclusief kinderen) met beperkte fy- sische, sensorische of geestelijke vaardigheden, ontbrekende ervaring of onvoldoende kennis dit toestel gebruiken of eraan werken. Eventueel dient op deze personen toezicht uitgeoefend te worden door een voor de veiligheid verantwoordelijke per- soon of door deze persoon aanwijzingen gegeven te worden, hoe het product dient gebruikt te worden.
Toesteloverzicht 3 Toesteloverzicht Display Mo Tu We Th Draaiknop met draai-druk-mechanis- me en fijne rastering Kamertemperatuurregelaar Type Symbool Betekenis Symbool Betekenis Menu Life-Style-func- Temperatuur- ties eenheid Menu instellingen Streef-/reële temp. Verwarmen Min. temperatuur Blokkeereenheid Max. temperatuur Uitschakelen Invoeren/bevestigen Correctie reële tem- Automatisch bedrijf peratuurmeting Dagbedrijf...
Bediening 4 Bediening WAARSCHUWING Levensgevaar door inslikken! De draaiknop is afneembaar, kinderen kunnen deze inslikken. ¾ De draaiknop niet binnen het bereik van kinderen leggen. Instellen van de streeftemperatuur Door naar rechts of links draaien van de draaiknop wordt de streeftemperatuur ingesteld. Een draaien naar links doet de temperatuur dalen, naar rechts stijgt deze.
Pagina 8
Bediening Voor de navigatie en instellingen staan een basisniveau en verschil- lende menu’s ter beschikking: Basisniveau Alle kamertemperatuurregelaars tonen in het basisniveau de hui- dige reële temperatuur en actieve functies. De Control bezit bijko- mend een uurfunctie. Menuselectie De ter beschikking staande menu’s richten zich volgens de uitvoe- ring van de kamertemperatuurregelaars.
Bediening 4.2.1 Menu Life-Style-functies In dit menu worden de Life-Style-functies ingesteld. Afhankelijk van de uitvoering van de kamertemperatuurregelaars, staan de in de grafiek opgesomde instellingen ter beschikking. Verdere infor- matie kan u vinden op de volgende pagina’s. • Bij de selectie van een bedrijfsmodus (dag-, nacht-, au- tomatische bedrijfsmodus) kunnen enkel de inactieve geselecteerd worden.
Pagina 10
Bediening ¾ De menuselectie door indrukken oproepen. ¾ Het menu Life-Style-functies selecteren. ¾ Door opnieuw indrukken, het menu oproepen. ¾ De gewenste functie selecteren. Omschrijving Stappen Dagbedrijf ¾ De selectie door in- drukken bevestigen. 9 Het dagbedrijf is geacti- Standard veerd.
Pagina 11
Bediening Omschrijving Stappen Automatische bedrijfsmo- ¾ De selectie door in- drukken bevestigen. 9 De automatische bedrijfsmo- Standard, Komfort dus is geactiveerd. Het signaal van een externe systeem- 9 Het basisniveau wordt klok (bv. van een kamertemperatuurre- getoond. gelaar Control) activeert het dag- resp. 9 Control: Op het display nachtbedrijf.
Pagina 12
Bediening Omschrijving Stappen Activeren Bedieningsblokkering ¾ De selectie door in- Blokkeert de kamertempera- drukken bevestigen. tuurregelaar. De reële tempe- 9 De bedieningsblokkering is ratuur en alle actieve functies worden geactiveerd. verder aangeduid, de verstelling van 9 Het symbool wordt de streeftemperatuur en de bediening getoond.
Bediening 4.2.2 Menu instellingen In dit menu kunnen extra instellingen gebeuren. Afhankelijk van het type kamertemperatuurregelaar, staan de in de grafiek opge- somde instellingen ter beschikking. Verdere informatie kan u vin- den op de volgende pagina’s. Gebeurt geen verdere bediening, keert de aanduiding na max.
Pagina 14
Bediening ¾ De menuselectie door indrukken oproepen. ¾ Het menu Instellingen selecteren. ¾ Door opnieuw indrukken het menu oproepen. ¾ De gewenste instelling selecteren. Omschrijving Stappen ¾ De selectie door indrukken Comforttemperatuur bevestigen. verwarmen ¾ De streeftemperatuur instellen. Instellen van de streeftem- ¾...
Pagina 15
Bediening Omschrijving Stappen Externe vloersensor ¾ De selectie door indrukken Instellen van de minimale bevestigen. vloertemperatuur. ¾ De instelling uitvoeren. ¾ De invoer bevestigen. Deze functie wordt getoond 9 De aanduiding knippert en wanneer in het menu Service bevindt zich in het menu onder parameter 040 van de Instellingen.
Pagina 16
Bediening Omschrijving Stappen Komfort-programma’s ¾ De selectie door indrukken In de automatische be- bevestigen. drijfsmodus gebeurt een 9 De aanduiding springt in het regeling met de schakeltijden van overzicht van de Komfort-pro- de Komfort-programma’s: gramma’s, op het display wordt „day“ aangeduid. •...
Pagina 17
Bediening Omschrijving Stappen • De huidige tijdsaangiften moeten ingesteld zijn. • Bevinden aangesloten ka- mertemperatuurregelaars zich in automatische be- drijfsmodus, gebeurt door Komfortprogramma een wissel tussen dag- en nachtbedrijf. • Indien schakeltijd geïntegreerd wordt in een bestaande schakeltijd of indien de tijden overlap- pen, wordt de bestaande schakeltijd verwijderd en wordt de nieuwe geacti-...
Pagina 18
Bediening Omschrijving Stappen Displayverlichting ¾ De selectie door indrukken Stelt de helderheid van de bevestigen. displayverlichting vijf ¾ De helderheid van de display- trappen in: verlichting instellen. ¾ De invoer bevestigen. 9 Het menu Instellingen wordt Trap 1 getoond. Trap 2 Trap 3 Trap 4 De aanduiding van de instel-...
Bediening 4.2.3 Menu service OPGELET Schade aan de installatie! Foutieve configuraties kunnen tot defecten en schade aan de in- stallatie leiden. ¾ Instellingen mogen uitsluitend door gemachtigde vakkrachten uitgevoerd worden. Kamertemperatuurregelaars Komfort en Control! Door overeenkomstige instellingen van de systeempara- meters kan een optimale afstemming van de volledige in- stallatie gebeuren.
Pagina 20
Bediening Omschrijving Instelling Verwarmingssysteem 0 = FBH St. Stelt het voorhanden zijnde verwarmings- 1 = FBH NE systeem in: 2 = RAD • Vloerverwarming standaard (FBH St.) 3 = KON pas • Vloerverwarming lage energie (FBH NE) 4 = KON akt •...
Pagina 21
Bediening Omschrijving Instelling Externe sensor (enkel Control) 0 = geen externe Registratie van een externe kamer-/vloersen- sensor sor of dauwpuntsensor (TPS). De registratie 1 = Kamersensor van een kamersensor (1) desactiveert de inter- 2 = Vloersensor ne sensor. Indien een vloersensor (2) gebruikt 3 = Dauwpuntsensor wordt, kan de minimum vloertemperatuur (TPS)
Comfort- en beveiligingsfuncties Omschrijving Instelling Vorstbeschermingstemperatuur 5 ... 10 °C Activeert de vorstbeschermingsfunctie bij het onderschrijden van de ingestelde tem- peratuur. Standaard: 5 Smart Start/Smart Stop-functie 0 = gedeactiveerd (enkel Control) 1 = geactiveerd Leert het temperatuurgedrag van de ruim- te aan. Standaard 1 Ventielbeschermingsfunctie 0 ...
Comfort- en beveiligingsfuncties hand van een extern signaal om tussen verwarmen en koelen. 5.1.3 Beperkte modus De ingeschakelde modus laat uitsluitend het wijzigen toe van de streeftemperatuur. Modus activeren Voor de thermostaat van het type Standard is een activering van de ingeschakelde modus enkel mogelijk vanaf de fabriek. Voor de thermostaat van het type Komfort en Control gebeurt de activering als volgt: ¾...
Comfort- en beveiligingsfuncties 9 Het toestel bevindt zich tijdelijk, tot de volgende spanningson- derbreking, in het Standard-bedrijf. Beveiligingsfuncties De kamertemperatuurregelaar beschikt over beveiligingsmaatrege- len ter vermijding van schade aan de volledige installatie. 5.2.1 Ventielbeschermingsfunctie In tijdsruimten zonder ventielaansturing (bv. buiten de verwarmings- periode), worden alle ventielen cyclisch geopend.
Onderhoud Indien condensatie vastgesteld wordt door een aangesloten dau- wpuntsensor, knippert “Koelen” ( ) op het display en het display van de actuele temperatuur ( ) wisselt met het display “OFF”. 6 Onderhoud Foutverhelping einiging Aanduiding Betekenis Mogelijke verhelping Meettempera- Interne sensor/Kamersensor tuur interne/ •...