Diagnose van de motorbesturingskaart
Berichten op de digitale display: FinishPro II 595
•
Houd een nieuwe omvormer bij de hand om te
gebruiken bij het testen.
•
Geen weergave op de display betekent niet dat het
spuitapparaat niet onder druk staat. Ontlast de druk
voordat u met herstelwerkzaamheden begint, zie
pagina 11.
Weergave
Geen weergave
Spuitapparaat stopt. Er is geen
elektrische spanning. Het
spuitapparaat kan onder druk staan.
psi/bar/MPa
Het spuitapparaat staat onder druk.
Er is elektrische spanning. (De druk
varieert met tipgrootte en instelling
van drukregelaar.)
E=02
Spuitapparaat kan blijven werken.
Er is elektrische spanning.
E=03
Het spuitapparaat stopt en de led
blijft telkens drie keer achter elkaar
oplichten. Er is elektrische spanning.
E=04
Het spuitapparaat stopt en de led
blijft telkens vier keer achter elkaar
knipperen. Er is elektrische spanning.
E=05
Het spuitapparaat start niet of stopt
en de led blijft telkens vijf keer achter
elkaar oplichten. Er is elektrische
spanning.
E=06
Het spuitapparaat stopt en de led
blijft telkens zes keer achter elkaar
oplichten. Er is elektrische spanning.
- - - -
Er is elektrische spanning.
EMPTY (= leeg)
Spuitapparaat stopt. Er is elektrische
spanning.
E=10
Het spuitapparaat start niet of stopt
en de led blijft telkens 10 keer achter
elkaar oplichten. Er is elektrische
spanning.
30
Werking van het
spuitapparaat
OPMERKING: laat het spuitapparaat geen vloeistofdruk
opbouwen zonder dat de omvormer geïnstalleerd is.
Laat het afvoerventiel open staan terwijl de
testomvormer wordt gebruikt.
1. Raadpleeg bij spuitapparaten voorzien van een
digitale display de lijst met Berichten op de digitale
display.
2. Verwijder de schroeven (12) en de kap (50).
3. Zet de ON/OFF-schakelaar in de ON-stand (AAN).
4. Zoek het gedrag van de led op in de volgende tabel:
Geeft het volgende
aan
Netspanning uitgevallen.
Normale werking.
Druk loopt te hoog op. De
druk is hoger dan 310 bar
(31 MPa, 4500 psi) of de
drukomvormer is
beschadigd
De drukomvormer werkt
niet goed of ontbreekt.
Lijnspanning is te hoog.
Defect in de motor.
De motor is te heet of er
is een probleem met de
thermische beveiliging
van de motor.
De druk is minder dan
14 bar (1,4 MPa, 200 psi).
Verfemmer is leeg.
Drukverlies.
Temperatuur van het
schakelbord is hoog.
Wat te doen
Controleer de stroombron. Ontlast de druk
voordat u reparaties gaat uitvoeren of iets uit
elkaar haalt.
Doe niets
Vervang het motorschakelbord of de
drukomvormer.
Controleer de aansluiting van de omvormer.
Draai het afvoerventiel open. Vervang de
omvormer door een nieuwe in het spuitapparaat.
Als het spuitapparaat nu wel werkt, dient u de
omvormer te vervangen.
Controleer op problemen in verband met
de elektrische netspanning.
Controleer of de rotor vastzit, kijk of er sprake
is van kortsluiting in de bedrading of dat de
motor is ontkoppeld. Herstel of vervang de
defecte onderdelen.
Laat het spuitapparaat afkoelen. Als het
apparaat goed draait als het weer afgekoeld
is, controleer dan de werking van de
motorventilator en de luchtstroom. Houd het
spuitapparaat op een koele locatie. Als het
apparaat niet draait als het afgekoeld is en
zesmaal blijft knipperen, vervang dan de
motor.
Verhoog de druk indien gewenst. Misschien
staat het afvoerventiel open.
Vul de verfemmer weer. Controleer op lekken
en kijk of de pompinlaat verstopt is. Herhaal
de opstartprocedure.
•
Zorg ervoor dat de luchtinlaat van de
motor niet geblokkeerd is.
•
Zorg dat het schakelbord goed is
aangesloten op de achterplaat en dat er
warmtegeleidende pasta wordt gebruikt
op de onderdelen voor de
stroomvoorziening.
333131A