Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Op De Voedingsspanning Aansluiten; Aansluiting Voorbereiden - Vega VEGACAL 63 Handleiding

Voor continue niveaumeting
Verberg thumbnails Zie ook voor VEGACAL 63:
Inhoudsopgave

Advertenties

5 Op de voedingsspanning aansluiten

Veiligheidsinstructies
aanhouden
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen aanhouden
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
16
5
Op de voedingsspanning aansluiten
5.1

Aansluiting voorbereiden

Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Tip:
Hiervoor wordt gebruik van de VEGA-overspanningsbeveiligingen
B63-48 en ÜSB 62-36G.X aanbevolen.
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscertificaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. Het voedingsspanningsbereik kan
afhankelijk van de uitvoering van het instrument variëren.
De specificaties betreffende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk
"Technische gegevens".
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit conform DIN
VDE 0106 deel 101. De VEGA-voedingen VEGATRENN 149AEx,
VEGASTAB 690, VEGADIS 371 en alle VEGAMET's voldoen aan
deze eis.
Houdt rekening met de volgende extra invloeden op de voedings-
spanning:
De uitgangsspanning van het voedingsapparaat kan onder nomi-
nale belasting minder worden (bij een sensorstroom van 20,5 mA
of 22 mA bij storingsmelding)
Invloed van andere apparaten in het circuit (zie belastingswaarde
in het hoofdstuk "Technische gegevens")
Het instrument wordt met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrië-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
Gebruik kabels met ronde doorsnede. Een kabelbuitendiameter van
5 ... 9 mm zorgt voor een goede afdichtende werking in de kabelwar-
tel. Wanneer u kabel met een andere diameter of doorsnede gebruikt,
vervang dan de afdichting of gebruik een geschikt kabelwartel.
Wanneer afgeschermde kabel noodzakelijk is, legt u de kabelafscher-
ming aan beide zijden op het aardpotentiaal. In de sensor moet de
afscherming direct op de interne aardklem aangesloten worden. De
externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met de potentiaal-
vereffening zijn verbonden.
VEGACAL 63 • Voor aansluiting op een regelaar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave