De gashendel op Snel zetten en de
rijsnelheid aanpassen
Om tijdens het maaien genoeg vermogen voor de
machine en het maaidek te behouden, moet u de
gashendel op Snel zetten en uw rijsnelheid aanpassen
aan de omstandigheden. Verlaag de rijsnelheid als de
belasting van de maaimessen verhoogt; verhoog de
rijsnelheid als de belasting van de messen verlaagt.
Maairichting afwisselen
Maai afwisselend in verschillende richtingen om te
voorkomen dat er na verloop van tijd voren op de
grasmat ontstaan. Dit zorgt ook voor een betere
verspreiding van het maaisel, wat de vertering en
bemesting ten goede komt.
Maaisnelheid kiezen
Om de maairesultaten te verbeteren, moet u maaien
bij een lagere rijsnelheid.
De juiste maaihoogte-instelling
voor de omstandigheden kiezen
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer
dan ⅓ van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en
dicht gras moet u wellicht de snelheid aanpassen en/of
de maaihoogte-instelling een stap omhoogzetten.
Lang gras maaien
Als u het gras iets langer dan normaal hebt laten
groeien of als het een hoog vochtgehalte heeft, moet
u de maaihoogte hoger dan normaal instellen en het
gras op deze hoogte maaien. Maai het gras daarna
op de lagere, normale hoogte.
De maaier schoonhouden
Verwijder na elk gebruik maaisel en vuil van de
onderkant van het maaidek. Als zich gras en vuil in
het maaidek verzamelt, leidt dat uiteindelijk tot een
onbevredigend maairesultaat.
Houd de motor, geluiddemper, accubehuizing,
parkeerrem, maaidekken en de brandstofopslagplaats
vrij van overtollig vet, gras en bladeren om het risico
op brand te verminderen. Neem gemorste olie of
brandstof meteen op.
Maak de omgeving van de aandrijfriem schoon
met perslucht of een bladblazer. Zet verwijderde
beschermplaten of kappen terug na het reinigen.
Het mes onderhouden
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor een
scherp maaimes. Een scherp mes snijdt het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen.
Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin
aan de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten. Controleer elke dag of
de maaimessen scherp zijn en of ze versleten of
beschadigd zijn. Slijp de messen indien dit nodig is.
Als een mes beschadigd of versleten is, moet u het
onmiddellijk vervangen door een origineel Toro mes.
Zie
Onderhoud van de maaimessen (bladz.
12
17).