ALGEMEEN ONDERHOUD
• Sluit de motor op een accu aan voordat u de motor gaat gebruiken.
• Elke keer wanneer u de afstandsbediening gaat gebruiken, controleer eerst de batterijen op lekkage en laadstatus.
• Elke keer wanneer u de afstandsbediening en de motor gaat gebruiken, controleer of er geen obstructies zijn tussen
de 2 items. De motorkop moet geheel blootgesteld zijn aan het luchtruim en tussen de motorkop en de
afstandsbediening moet 'vrije' ruimte zitten zodat communicatie optimaal kan plaatsvinden.
• Houd de motorkop en de afstandsbediening uit de buurt van metalen voorwerpen (ook aluminium).
metalen voorwerpen veroorzaken storing.
• Na elk gebruik koppel de motor los van de accu en zet de afstandsbediening uit.
• Voor gebruik controleer of de propeller van de trollingmotor soepel draait. Belemmeringen die de propeller matig/ niet
laten draaien kunnen storing en ongewenste trillingen in het kompas in de motorkop veroorzaken.
PROBLEMEN OPLOSSEN
1. De motor maakt onregelmatige stuurcorrecties tijdens AutoPilot, Spot Lock of Track-nr-START/EIND functies.
• Zorg dat er zich geen ijzerhoudende metalen voorwerpen (zoals bijv. ankers, metalen frame etc.) in de nabijheid van
de i-Pilot Controller bevinden. Deze beïnvloeden de werking van het ingebouwde kompas.
2. Wanneer een knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt, reageert de motor niet altijd.
• Controleer de batterijstatus van de afstandsbediening. Zijn de batterijen leeg, vervang deze dan. Zo niet,
controleer dan of er grote obstructies tussen afstandsbediening en motor aanwezig zijn. Verwijder deze en
probeer opnieuw.
3. Wanneer een knop op de afstandsbediening wordt ingedrukt, reageert de motor niet
• Controleer of de afstandsbediening is aangezet. Dit kan alleen door op de OK knop te drukken.
• Controleer of de batterijen van de afstandsbediening leeg zijn. Zijn de batterijen recent vervangen,
controleer dan of de batterijen correct geplaatst zijn.
• Als u op het scherm ziet dat de knoppen vergrendeld zijn, ontgrendel deze dan.
4. Tijdens i-Pilotbesturing kan ik geen functies zoals: Geavanceerde AutoPilot, Track opnemen, GO TO, Cruise Control
of Spot Lock activeren.
• Controleer op het scherm van uw afstandsbediening of het GPS signaalsterkte symbool minimaal 1 balk toont. Ziet u
geen balk, dan is de GPS signaalsterkte te zwak en zullen de functies, die een GPS signaal nodig hebben om te
functioneren, niet werken.
5. De achtergrondverlichting van de afstandsbediening schakelt niet aan.
• Controleer de batterijstatus van de afstandsbediening. Indien (bijna) leeg functioneert de
achtergrondverlichting niet meer om de batterij te sparen. Vervang de batterij.
• Controleer de Helderheid instelling.
LET OP:
Staat uw probleem hierboven niet bij of lukt het niet het probleem op te lossen,
neem dan contact op met uw verkooppunt voor advies.
©2017 Technautic b.v. Wormerveer
SERVICE & ONDERHOUD
www.technautic.nl | 105