Oplossen van storingen
In geval van storing controleren:
•
dat spanning aanwezig is (voor het
vermogen en voor de bediening)
•
de brandstofvoeding (hoeveelheid en of
de afsluiters open staan)
•
de sturingsapparatuur
•
de stand van de schakelaars op het
bedieningspaneel
Waarneming
Er is geen ontstekingsboog
De motor werkt niet
Mechanische geluiden.
De stookoliepomp werkt niet
Geluid in de pomp
Geen verstuiving
Onregelmatige verstuiving
Geen vlam
Het veiligheidssignaal op de automaat licht op
De vlamhaker of de verbrandingskop zijn
vervuild
Fabriqué en EUR. Made in EUR. Hergestellt in EUR. Gefabriceerd in EUR.
Document non contractuel. Non contractual document. Angaben ohne Gewähr. Niet contrktueel dokument.
8
Als de storing blijft bestaan:
Zie de tabel.
Beveiligingscomponenten mogen in geen
geval worden gerepareerd, maar alleen
vervangen door onderdelen met identieke
codenummers. Gebruik alleen originele
vervangonderdelen van de fabrikant.
Oorzaak
Kortsluiting van de ontstekingselektroden.
Te grote afstand tussen de ontstekingselektroden.
De elektroden zijn vuil, vochtig.
Isolatie van de elektroden is stuk.
Ontstekingsbedrading is stuk.
Ontstekingstransformator werkt niet.
Storing van de motor of van de condensator.
Lagers van de motor beschadigd.
Koppeling motor/pomp beschadigd.
Voetklep, leidingen of deksel van de pomp zijn
niet dicht.
Stilstandafsluiters gesloten.
De filter is verstopt
De pomp zuigt lucht.
De slangen zijn poreus.
Pomp versleten.
Elektromagnetische klep niet aangesloten of
defect.
Sproeier gedeeltelijk verstopt of versleten.
Verbrandingskop of luchtklep ontregeld.
Servomotor defect (bij 2 trappen).
Geen vlam.
Vervuilde of beschadigde fotocel.
Ontregeling.
Onvoldoende ventilatie van de stookplaats.
Regelmatig onderhoud werd niet uitgevoerd.
9905 / 13 004 269A
Opmerkingen:
Na iedere werkzaamheid:
•
Een controle van de
verbrandingsparameters uitvoeren,
alsook de dichtheidstests van de
verschillende circuits.
•
De resultaten optekenen op geschikte
formulieren.
Oplossing
Hun afstand instellen.
Hun afstand instellen.
De elektroden reinigen of vervangen.
De elektroden vervangen.
De ontstekingskabels vervangen.
De transformator vervangen.
De motor of de condensator vervangen.
De motor vervangen.
De koppeling vervangen.
Vervang de voetklep.
Bevestig de koppelingen of het deksel.
Kijk de dichtheid van de leidingen na.
De afsluiters openen.
De filter vervangen.
De dichtheid van de leidingen nakijken.
De slangen vervangen.
Vacuüm controleren.
Pomp vervangen.
De elektromagnetische klep vervangen of
opnieuw aansluiten. De sproeier(s) vervangen.
De sproeier(s) vervangen.
De verbrandingskop en de luchtklep instellen.
Servomotor instellen of vervangen.
Zie vorige opmerkingen. De cel reinigen of
vervangen.
De branderkop instellen.
De ventilatie van de stookplaats controleren.
Volledig onderhoud van de brander.
ELCO - MAT
Researchpark
Pontbeeklaan 53
1731 Zellik