3.
Druk in het scherm voor de standaardwaarden
op de linker selectieknop voor N
selectieknop voor J
Opmerking:
Selecteer J
de spuitbomen opnieuw in te stellen op de
standaardwaarde.
Meldingen InfoCenter
Meldingen voor de bestuurder verschijnen
automatisch op het InfoCenterscherm wanneer een
machinefunctie bijkomende handelingen vereist.
Bijvoorbeeld, als u probeert de motor te starten
terwijl u het tractiepedaal indrukt, wordt de melding
weergegeven dat het tractiepedaal in
staan.
Voor elk bestuurdersadvies knippert de
storingsindicator en een bestuurdersadvies-code
(getal), beschrijving van het bestuurdersadvies en
uitleg over het bestuurdersadvies verschijnen op het
scherm, zoals in
Figuur
Bestuurdersadviezen en uitleg worden weergegeven
als pictogrammen in het InfoCenter. Zie
InfoCenter-pictogrammen (bladz. 45)
beschrijving van elk pictogram.
Opmerking:
De uitleg van het bestuurdersadvies
geeft informatie over de omstandigheden die leidden
tot het bestuurdersadvies en informatie over het
opheffen van het bestuurdersadvies.
1. Storingsindicatie
2. Uitleg over het
bestuurdersadvies
Opmerking:
Bestuurdersadviezen worden niet
bewaard in het storingslog.
Opmerking:
U kunt een bestuurdersadvies van het
weergavescherm verwijderen door een willekeurige
toets van het InfoCenter in te drukken.
of de rechter
EE
(Figuur
75).
A
om de grootte van
A
NEUTRAAL
76.
voor een
Figuur 76
3. Beschrijving van het
bestuurdersadvies
4. Bestuurdersadvies-code
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de
InfoCenter-meldingen:
Bestuurdersadviezen
Bestuurders-
advies-code
200
201
202
203
204
moet
205
206
207
208
209
210
211
212
213
220
221
222
223
224
225
g202867
226
231
232
233
234
51
Beschrijving
Start geblokkeerd – pompschakelaar actief
Start geblokkeerd – niet in
Start geblokkeerd – niet op stoel
Start geblokkeerd – gashendel niet in
uitgangsstand
Start geblokkeerd – starter te lang
geactiveerd
Parkeerrem ingeschakeld
Pompstart geblokkeerd – spuitboom actief
Pompstart geblokkeerd – motortoerental
hoog
Gashendel/snelheidsvergrendeling
geblokkeerd – pomp niet actief
Gashendelvergrendeling geblokkeerd –
parkeerrem niet ingeschakeld
Snelheidsvergrendeling geblokkeerd –
bestuurder niet in bestuurdersstoel of de
parkeerrem is ingeschakeld
Gashendel/snelheidsvergrendeling
geblokkeerd – koppeling of bedrijfsrem
ingeschakeld
Waarschuwing – tank bijna leeg
Spoelpomp
AAN
Vloeistofstroom-sensor kalibratie
Vloeistofstroom-sensor kalibratie – vul tank
met water en voor vulvolume in
Vloeistofstroom-sensor kalibratie – schakel
de pomp in
Vloeistofstroom-sensor kalibratie – schakel
alle spuitbomen in
Vloeistofstroom-sensor kalibratie – kalibratie
gestart
Vloeistofstroom-sensor kalibratie – kalibratie
voltooid
Vloeistofstroom-sensor kalibratie –
kalibratiemodus verlaten
Snelheidssensor kalibratie
Snelheidssensor kalibratie – vul de
watertank, druk op Volgende
Snelheidssensor kalibratie – vul de
spuitmachine voor de helft met water, druk
op Volgende
Snelheidssensor kalibratie – voor de
kalibratie-afstand in, druk op Volgende
NEUTRAALSTAND