6 In bedrijf nemen
Frontplaat
DIL-schakelaarblok
Bedrijfsmodus (min.-/
max.-omschakeling)
Kabelbewaking
14
– Relaiscontrole-LED
– Brandt bij geactiveerde (met stroom doorstroomde) toestand
van het relais
De bedieningselementen bevinden zich achter de opklapbare
frontplaat. Gebruik voor het openen een kleine schroevendraaier in
de gleuf aan de bovenkant van de frontplaat. Om te sluiten drukt u
de plaat onder en boven vast op de frontplaat, tot beide borgpunten
hoorbaar vastklikken.
Achter de frontplaat bevindt zich het DIL-schakelaarblok. De afzon-
derlijke schakelaars zijn als volgt bezet:
Fig. 3: DIL-schakelaar VEGATOR 131
1
Bedrijfsmodus (min.-/max.-omschakeling)
2
Kabelbewaking uit/aan
3
Inschakelvertraging 2 seconden
4
Inschakelvertraging 6 seconden
5
Uitschakelvertraging 2 seconden
6
Uitschakelvertraging 6 seconden
7
Omschakeling primary/secondary device
8
Omschakeling functie relais 2 (optie)
Via de min.-/max.-omschakelaar stelt u de gewenste bedrijfsmodus
in (minimaal niveaubewaking resp. droogloopbeveiliging of maximaal
niveaubewaking resp. overloopbeveiliging)
•
Droogloopbeveiliging: relais wordt bij het onderschrijden van
het min. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand),
bij het overschrijden van het minimum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt > uitschakelpunt)
•
Overloopbeveiliging: relais wordt bij het overschrijden van het
max. niveau uitgeschakeld (veilige spanningsloze toestand), bij
het onderschrijden van het maximum niveau weer ingeschakeld
(inschakelpunt < uitschakelpunt)
Het instrument biedt de mogelijkheid, de kabel naar de elektrode op
breuk te controleren. Voorwaarde hiervoor is, dat tussen de beide
elektroden resp. tussen elektrode en tank een 220 kΩ-weerstand
wordt geschakeld. Daardoor loopt ook bij onbedekte elektrode een
kleine stroom, die kan worden gedetecteerd. Bij onderbreking van de
min
1
max
2
+2s
3
0s
t
4
0s
+6s
5
+2s
0s
t
6
0s
+6s
7
sec
pri
8
2x
VEGATOR 131 •