Inhoudsopgave
Advertenties
De Tracker kan in de bedieningsmodus aangestuurd worden door de controller, of zonder controller in
stand-alone modus.
Bedieningspaneel
A. LCD-display
B. MENU-knop
C. ENTER-knop
Bedieningsmodus
De fixtures worden individueel aangestuurd via een datalink en aangesloten op de controller.
De apparaten reageren op het DMX-signaal uit de controller. (Als u het DMX-adres selecteert en opslaat,
toont de controller de volgende keer het opgeslagen DMX-adres.)
DMX-adrestoewijzing
Met het bedieningspaneel op de voorkant van de voet kunt u het DMX-fixtureadres toewijzen. Dit is het
eerste kanaal waarmee de Tracker zal reageren op de controller.
Merk op dat het apparaat beschikt over 44 kanalen als u de controller gebruikt.
Zorg dat u de DMX-adressen goed instelt als u meerdere Trackers gebruikt.
Het DMX-adres van de eerste Tracker dient daarom 1(001)te zijn, het DMX-adres van de tweede Tracker
moet 1+44=45 (045) zijn, het DMX-adres van de derde Tracker 45+44=89 (089), enz.
Voorkom overlappende kanalen, om elke Tracker correct aan te kunnen sturen.
Als er twee of meer Trackers eenzelfde adres hebben, zullen deze gelijktijdig werken.
Zie de instructies onder "Adres toewijzen" voor adresinstellingen.
Gebruik:
Nadat u een adres hebt toegewezen aan alle Trackers, kunt u beginnen deze te gebruiken via uw
verlichtingscontroller.
Opmerking: Na het inschakelen detecteert de Tracker automatisch of er DMX 512-data ontvangen
wordt.
geen dataontvangst via de DMX-ingang is, zal de "LED" op het bedieningspaneel niet
Als er
knipperen.
Zo niet, dan is het probleem mogelijk:
• De XLR-kabel van de controller is niet aangesloten op de ingang van de Tracker.
• De controller is uitgeschakeld of defect, de kabel of de aansluiting is defect of de signaalkabels in de
invoerstekker zijn omgewisseld.
Opmerking: U moet een XLR-eindplug (met 120 Ohm) in de laatste fixture plaatsen voor goede
gegevenstransmissie over de DMX-datalink.
D. Omhoog-knop
E. Omlaag-Button
11
Afb. 6
Advertenties
Inhoudsopgave
