28 (46)
6.4.1
Bedrijfspositie (OptiFloat®)
Het toebehoren is uitgerust met een mechanisch zweefstandsysteem, dat een efficiënt gebruik op oneffen
terrein mogelijk maakt. De zweefstand verwijst naar een stangenstelsel waarmee het toebehoren de
contouren van de bodem kan volgen zonder dat de laadarm beweegt. Met OptiFloat® kan het toebehoren ook
zijwaarts kantelen, zodat de zweefstand van de laadarm overbodig wordt.
De bedrijfspositie van het zweefstandsysteem kan worden aangepast met de rode pijlen op het
aanbouwwerktuig als indicatie. Als de rode pijlen bij elkaar komen, is het systeem goed geplaatst, zoals te
zien is op de onderstaande afbeelding.
Voorkom bij het instellen van het zweefstand-stangenstelsel van de bezem in de juiste
werkpositie dat het toebehoren hard tegen de grond duwt met de laadarm om
beschadiging te voorkomen. Voer de hef- en kantelbewegingen van de laadarm
voorzichtig uit.
6.5 De opvangbak legen
Wanneer de opvangbak bijna vol is of als het materiaal niet meer wordt verzameld, stopt u de borstel en rijdt u
naar de leegplek met de borstel in horizontale positie of iets vooruit gekanteld om te voorkomen dat er
materiaal uit de bak valt.
Om de opvangbak te legen, wordt deze
hydraulisch geopend aan de onderkant van
het aanbouwwerktuig, zoals te zien is op de
afbeelding hiernaast.
De opvangbak van de bezem wordt geleegd
vanaf
de
bestuurdersstoel
besturingshendel van de externe hydrauliek
van de vergrendelde positie weg te bewegen
wanneer de bezem van de grond wordt
opgetild.
Om al het materiaal uit de bak te verwijderen,
kunt u de besturingshendel van de extra
hydrauliek enkele malen snel heen en weer
bewegen om de bak een klein beetje te
bewegen, zonder te schudden of de bezem te
hard te stoten.
door
de