Stapgeregelde bijverwarming
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met
waarschuwingsstickers voor externe spanning.
Externe stapgeregelde bijverwarming kan worden
aangestuurd door maximaal drie potentiaalvrije relais
in de warmtepomp (3-staps lineair of 7-staps binair).
Met het accessoire AXC 50 worden nog eens drie po-
tentiaalvrije relais gebruikt voor bijverwarmingsrege-
ling, wat maximaal 3+3 lineaire of 7+7 binaire stappen
oplevert.
Stapinschakeling vindt plaats met een minimaal interval
van 1 minuut en stapuitschakelingen met een minimaal
interval van 3 seconden.
Sluit de gemeenschappelijke fase aan op klemmen-
strook -AA101-X7:1.
Stap 1 wordt aangesloten op klemmenstrook -AA101-
X7:2.
Stap 2 wordt aangesloten op klemmenstrook -AA101-
X7:3.
Stap 3 wordt aangesloten op klemmenstrook -AA101-
X7:4.
De instellingen voor stapgeregelde bijverwarming
worden verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een
potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de
AUX-ingang op klemmenstrook -AA3-X6 en -AA101-
X10. De functie moet worden geactiveerd in menu 5.4.
-AA101-X7
1 2 3 4
F1345
F1345
L
L
Externt
Extern
1 2 3
LET OP!
Als de relais gebruikt moeten worden voor
bedrijfsspanning, verbindt u de voeding van
-AA101-X5:1 - 3 door naar -AA101-X7:1. Sluit
de nul van een externe bijverwarming aan op
-AA101-X5:4 - 6.
NIBE™ F1345
Shuntgeregelde bijverwarming
Voorzichtig!
Merk alle elektrische schakelkasten met
waarschuwingsstickers voor externe spanning.
Deze aansluiting maakt een externe bijverwarming
mogelijk, zoals een boiler op olie, een boiler op gas of
blokverwarming, om de verwarming te ondersteunen.
F1345 regelt een shuntklep en startsignaal voor de
bijverwarming met behulp van drie relais. Als de instal-
latie niet de juiste aanvoertemperatuur kan aanhouden,
start de bijverwarming. Als de ketelsensor (BT52) onge-
veer 55 °C aangeeft, stuurt de F1345 een signaal naar
de shunt (QN11) om de bijverwarming in te schakelen.
De shunt (QN11) past zich aan, zodat de werkelijke
aanvoertemperatuur overeenkomt met de theoretische
- berekende - instelwaarde van het regelsysteem. De
shunt (QN11) sluit volledig wanneer de warmtevraag
voldoende is gedaald en er daardoor bijverwarming
niet meer nodig is. De fabrieksinstelling voor de mini-
male looptijd voor de ketel is 12 uur (aan te passen in
menu 5.1.12).
De instellingen voor shuntgeregelde bijverwarming
worden verricht in menu 4.9.3 en menu 5.1.12.
Sluit de shuntmotor (QN11) aan op klemmenstrook
-AA101-X7:4 (230 V, open) en 3 (230 V, dicht).
Voor het regelen van de in- en uitschakeling van de
bijverwarming sluit u deze aan op klemmenstrook
-AA101-X7:2.
-AA101-X7
1 2 3 4
F1345
F1345
Externt
Extern
L
M
Aan/Uit
Till/Från
Alle bijverwarming kan worden geblokkeerd door een
potentiaalvrije schakeling aan te sluiten op de
AUX-ingang op klemmenstrook -AA3-X6 en -AA101-
X10. De functie moet worden geactiveerd in menu 5.4.
Hoofdstuk 5 |
N
Elektrische aansluitingen
27