urineverlies heet incontinentie. Iedereen kan problemen krijgen doordat de bekkenbodem niet
goed functioneert. De klachten kunnen o.m. ontstaan na een bevalling, in de overgang, na
meerdere blaasontstekingen, door overgewicht of na een operatie. Bekkenbodemspieren kunnen
dan (te) zwak of (te) gespannen zijn, niet goed functioneren of niet op het juiste moment
(coördinatie). De spieren zijn gericht aan te spannen en te ontspannen. Veel mensen zijn zich
hiervan niet bewust, of voelen dit niet.
3.2 Incontinentie
Incontinentie, ook wel onvrijwillig urineverlies genoemd, is een urologische aandoening waarbij de
beheersing over de blaas verloren is. De aandoening kan optreden doordat de kringspier niet goed
functioneert, of doordat er geen gevoel bestaat dat de drang waarneemt tot urineren. Urine-
incontinentie is een relatief veelvoorkomende aandoening, die zowel bij mannen als vrouwen
voorkomt. Bij mannen kunnen ook prostaatklachten een rol spelen.
Ontlastingincontinentie, ook wel fecale incontinentie, is een aandoening waarbij de controle over
de sluitspier van de anus zodanig verminderd is dat er geen beheersing over het laten lopen van
ontlasting meer is, wat leidt tot ongewild verlies van ontlasting of windjes (flatus). De oorzaak van
ontlastingincontinentie kan liggen in de beschadiging van de sluitspier, spastische darmen, of in
obstipatie. Dit laatste kan leiden tot irritatie van de darmwand, met een dunne ontlasting tot gevolg.
Incontinentie is een lastig probleem, dat veelal met schaamte gepaard gaat.
Voorbeelden van incontinentie (o.m.):
Aandrang Incontinentie
Stress Incontinentie
Mixed Incontinentie
Fecale incontinentie
Raadpleeg voor een juiste analyse / diagnose uw arts/therapeut.
4. EM2400M
4.1 Beschrijving
De EM 2400 is een batterij gevoede puls generator ter stimulatie van de bekkenbodemspieren.
Het apparaat beschikt over een instelbaar stimulatiekanaal, waar passende elektroden / sonden op
aangesloten kunnen worden.
De EM 2400 biedt keuze uit 5 voorgeprogrammeerde behandelprogramma‟s. het gewenste
programma en de intensiteit (stroomsterkte) kunnen middels druktoetsen worden gekozen.
4.2 Overzicht
1- Aansluiting kabel
2- Aan / Uit knop
3- Programmakeuze
4- Vergrendeling toetsen
5- Intensiteit regeling
6- Programma nummer
7- Ingestelde intensiteit
8- Status batterij
5