4 Monteren
Druk/vacuüm
Kabelinvoeren -
NPT-schroefdraad
Kabelwartels
Instromend medium
14
moet worden gehouden (bijv. vanwege reinigingsprocessen) of op
gekoelde resp. verwarmde tanks.
Waarborg voor het behoud van de beschermingsklasse van het in-
strument, dat de deksel van de behuizing tijdens bedrijf altijd gesloten
en eventueel geborgd is.
Fig. 5: Maatregelen tegen het binnendringen van vocht
Bij over- of onderdruk in de tank moet u de procesaansluiting afdich-
ten. Controleer vooraf of het afdichtingsmateriaal bestendig is tegen
het product en de procestemperatuur.
De maximaal toelaatbare druk vindt u in het hoofdstuk " Technische
gegevens" of op de typeplaat van de sensor.
Metrisch schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka-
belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen
afgesloten als transportbeveiligingen.
U moet deze pluggen verwijderen voordat de elektrische aansluitin-
gen worden gemaakt.
NPT-schroefdraad
Bij instrumentbehuizingen met zelfafdichtende NPT-schroefdraad
kunnen de kabelwartels niet af fabriek worden ingeschroefd. De vrije
openingen van de kabeldoorvoeren zijn daarom met rode stofbe-
schermdoppen afgesloten als transportbeveiliging.
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
4.2
Montage-instructies
Wanneer het instrument in de vulstroom is ingebouwd, kan dit onge-
wenste foutieve metingen tot gevolg hebben. Monteer het instrument
daarom op een plaats in de tank, waar geen storende invloeden,
zoals bijv. van vulopeningen, roerwerken enz. kunnen optreden.
Dit geldt vooral voor uitvoeringen met lange elektroden.
VEGACAL 69 • Profibus PA