Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vega VEGATOR 112 Handleiding pagina 16

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGATOR 112:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 In bedrijf nemen
Kabelbewaking
Testknop
16
ingesteld (hysterese). Via de inbouw resp. de afstand tussen de beide
sensoren kan de hysterese naar wens worden gedefinieerd. Het max.
niveau moet hierbij op sensoringang 1 worden aangesloten, het min.
niveau op sensoringang 2.
De tweepuntsregeling wordt bijvoorbeeld bij het vullen of aftappen via
een pomp gebruikt. Zo kan bijv. het vullen van een tank bij 10% wor-
den ingeschakeld en bij 90% weer worden uitgeschakeld. De uitgang
van het tweede kanaal gedraagt zich identiek aan het eerste kanaal,
zolang de bedrijfsmodus hetzelfde is ingesteld. Door verandering van
de bedrijfsmodus kan de werking van het relais worden geïnverteerd.
Bij de aansluiting van NAMUR-niveauschakelaars kan de kabelbe-
waking de ingang continu controleren op kabelbreuk of kortsluiting.
Wanneer een mechanische schakelaar, bijv. een vlotterschakelaar
moet worden aangesloten, dan moet de kabelbewaking worden uitge-
schakeld, omdat hier alleen de schakeltoestanden open of gesloten
worden geleverd.
Bij de aansluiting van een niveauschakelaar VEGAVIB/VEGAWAVE
in NAMUR-uitvoering kan een functietest worden uitgevoerd. De
testtoets is achter de frontplaat van de meetversterker verzonken
aangebracht. Druk gedurende minimaal een seconde op de testtoets
met een daarvoor geschikt object (schroevendraaier, ballpoint enz.).
Door de testknop te bedienen wordt het stroomcircuit naar de sensor
onderbroken waardoor de sensor opnieuw wordt gestart. Daarbij
worden na elkaar de toestanden storingsmelding, volmelding (< 1,2
mA) en leegmelding (> 2,1 mA) gesimuleerd. Controleer, of bij het in-
drukken van de testknop de storingsmelding volgt (rode LED brandt).
Bij uitgeschakelde kabelbewaking brandt de rode LED niet.
Na het loslaten van de testknop komt de sensor weer onder spanning.
Tijdens de inschakelfase van de sensor ontstaat een korte stroomver-
hoging, die het aantrekken van het relais en branden van de gele LED
tot gevolg heeft. Dit is voor het beoordelen van de test niet relevant.
Nadat de sensor bedrijfsklaar is, wordt gedurende ca. 3 s een vol-
melding gesimuleerd, hierbij brandt de gele LED niet en het relais is
afgevallen. Voor een positieve testbeoordeling moet deze tijd tussen 2
s en 4 s liggen.
Aansluitend wordt door de sensor gedurende ca. 1,5 s een leegmel-
ding gesimuleerd, hierbij brandt de gele LED en het relais is aange-
trokken. Voor een positieve testbeoordeling moet deze tijd minimaal
1 s zijn.
De testprocedure is nu beëindigd, LED en relais keren terug naar de
actuele bedrijfstoestand.
Bij aansluiting van een VEGASWING wordt bij het bedienen van de
testknop alleen een kabelbreuk gesimuleerd. Daarmee kan alleen het
correcte gedrag van de VEGATOR en de nageschakelde inrichting in
geval van storing worden getest.
VEGATOR 112 •

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave