De opnamestanden instellen
De flitsinstelling selecteren
,
Auto
Flitser uit
a
Flitser aan
b
Flitser+AntiRodeOgen
d
• De flitsinstelling is vast ingesteld op a onder de volgende
omstandigheden:
- als S (Vuurwerk) is geselecteerd als opnamestand
- tijdens het opnemen van een film
- als j (Continue opname) of q (Continue opname snel) is
geselecteerd als transportstand
- als s (Oneindig) is geselecteerd als scherpstelstand
• In de 9 (Groene) modus kunt u alleen , of a selecteren.
• In de stand A (Nachtopname) kunt u , niet selecteren.
Gebruik van de flitser bij het maken van opnamen van dichtbij kan een
onregelmatige spreiding van het licht opleveren.
1
Druk in de stand A op de
vierwegbesturing (4).
Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
Bij elke druk op de knop verandert de
flitsinstelling. U kunt de instelling ook
wijzigen met de vierwegbesturing
(23).
Afhankelijk van de lichtomstandigheden gaat de flitser
automatisch af. Als u de functie Gezichtsdetectie
gebruikt, wordt de flitsinstelling automatisch ingesteld
op d.
De flitser gaat niet af, ongeacht de lichtomstandigheden.
Deze functie is bedoeld voor het maken van opnamen
op plaatsen waar flitsfotografie verboden is.
De flitser gaat altijd af, ongeacht de
lichtomstandigheden.
Deze instelling zorgt voor vermindering van het rode-
ogeneffect dat optreedt doordat het flitslicht wordt
weerkaatst in de ogen van het onderwerp. De flitser gaat
altijd af, ongeacht de lichtomstandigheden. Voordat er
echt wordt geflitst, gaat een extra flits af.
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Flitsinstelling
Auto
Auto
Auto
Stop
Stop
Stop
3
OK
OK
OK
73