6
Selecteer [Overschrijven] of [Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23).
7
Druk op de knop 4.
De camera keert terug naar de stand Q en de bewerkte opname wordt
weergegeven.
In de volgende situaties kunt u opnamen mogelijk niet bewerken:
- Als de grootte van het opgenomen gezicht in relatie tot een opname
te groot of te klein is
- Als het gezicht zich niet in het midden bevindt
Opnamen verwerken met het miniatuur-/HDR-
filter
Met deze functie kunt u speciale bewerkingen uitvoeren op de
geselecteerde opname.
o Miniatuurfilter
p HDR-filter
Films en opnamen die met een andere camera zijn gemaakt kunnen niet
worden verwerkt met de functie Miniatuur-/HDR-filter.
1
Kies in de stand Q met de vierwegbesturing (45) de
opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer o (Miniatuur) of p (HDR) in het
afspeelstandpalet met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Als de stand o is geselecteerd, wordt het scherm weergegeven
voor het selecteren van het gebied dat u onscherp wilt maken.
Als de stand p is geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
Het onderwerp wordt bewerkt om het weer te geven als
miniatuur.
De bewerkte opname wordt opgeslagen met een resolutie
van f voor de verhoudingsfactor 4:3 en 1 voor de
verhouding 16:9.
Opnamen met een grootte van f of kleiner met de
verhoudingsfactor 4:3 en met een grootte van 1 of
kleiner met de verhouding 16:9 kunnen niet worden bewerkt.
Het beeld wordt bewerkt tot een HDR-beeld.
5
111