12 (24)
Stap 3:
Breng
de
laadarm
besturingshendel van de laadarm achteruit om het
hulpstuk van de grond te tillen.
Draai de besturingshendel van de laadarm naar
links
om
het
snelkoppelingsplaat op het hulpstuk te draaien.
Vergrendel de borgpennen met de hand of
gebruik de hydraulische vergrendeling.
Controleer altijd of de beide borgpennen goed
zijn vergrendeld.
Gevaar
voor
voorwerpen - Zorg ervoor dat
het hulpstuk niet valt
Een hulpstuk dat niet volledig aan
de kniklader is vergrendeld, kan
op de laadarm vallen of naar de
bestuurder toe, of onder de
kniklader vallen tijdens het rijden,
waardoor de kniklader niet meer
onder controle is. Verplaats of hef
nooit hulpstukken die niet zijn
vergrendeld.
WAARSCHUWING: Gevaar voor verbrijzeling - Voorkom het kantelen van het
hulpstuk.
Overmatig kantelen of heffen van een onvergrendeld hulpstuk vergroot het risico dat
het hulpstuk kantelt. Gebruik de automatische vergrendeling van de borgpennen
niet als het hulpstuk meer dan een meter boven de grond wordt opgeheven. Als de
borgpennen niet in de normale positie terugkeren tijdens het kantelen, kantel of hef
het hulpstuk dan niet verder. Breng het hulpstuk omlaag tot op de grond en breng
de vergrendeling met de hand aan.
iets
omhoog;
trek
onderste
deel
van
vallende
Knikladers uit de
series 200-700
de
de
200 (serie 1)
knikladers