2.4. Beschrijving van de werking
De strip- en krimpbedrijfscyclus verloopt als volgt:
1. De cyclus kan automatisch worden gestart (met "Draadsensor" als startmiddel gekozen), of met de
voetschakelaar. In de automatische bedrijfsmodus ("Draadsensor" gekozen als startmiddel) plaatst de
operator een draad door de grijpbekken en stripbladen waardoor de draadsensor wordt ingedrukt, die de
cyclus automatisch start. Indien de voetschakelaar was gekozen als startmiddel, drukt de operator de
voetschakelaar in om de cyclus te activeren.
2. De grijpbekken sluiten zich vervolgens om de draad terwijl de stripbladen zich eveneens sluiten en
daarmee door de isolatie snijden. Het stripmechanisme trekt de bladen van de operator vandaan om het
isolatie-afval te verwijderen.
3. De stripeenheid verplaatst zich naar de "rechter positie" om de stripbladen van de applicator te verwijderen.
4. De Terminator zet de cyclus voort door een aansluitcontact aan de draad te krimpen.
5. Nadat het krimpen voltooid is, worden de grijpers geopend om de gekrimpte draad vrij te geven en trekken
de stripbladen zich terug.
6. De draadsensorarm trekt zich vervolgens terug zodat de luchtstoot het isolatie-afval in de afvalbak kan
blazen.
7. De stripeenheid keert daarna weer terug naar de startpositie.
Rev B
409-32021-NL
8 of 30