5
Bouten ter bevestiging van de camera op de houders
6.
Spanmoeren ter bevestiging van de bouten
7
Klemverbinders voor aansluiting op de kabels van de achteruitrijverlichting
8
Kunststof ringen voor de randbescherming bij het maken van een boorgat
9
Houders voor de camera
10
Monitorarm met zuignap ter bevestiging van de monitor op de voorruit
11
Radiografische zender met aansluitkabel en stekkerbus naar de camera, inclusief
aansluitkabel met een rode en een zwarte kabel voor het aansluiten op het
achteruitrijdlicht en opgeplakte plakband ter bevestiging van de zender
4.0
Montage / bediening
4.1
Montage van het achteruitrijcamerasysteem
LET OP! Vanwege de verschillende technische en constructieve types van voertuigen geldt
deze montagehandleiding niet voor alle voertuigen.
Stap 1: Nummerplaat verwijderen
Verwijder eerst de nummerplaat aan de achterkant, indien aanwezig, ook de
nummerplaathouder (zie afbeelding 2)
Stap 2: Opening voor de camerakabel
Zoek nu in het gebied van de nummerplaat naar een opening / boorgat naar de binnenruimte
van het voertuig, zodat de stekker van de aansluitkabel van de camera (1) naar binnen
geleid kan worden. Verwijder de binnenbekleding achter de plaats van de nummerplaat
zodat u een betere zicht krijgt. Als er geen opening te vinden is, boort u een gat met een 11
mm boor.
LET OP: Let er op dat zich bij de boorplaats geen elektrische kabels of andere
onderdelen van het voertuig bevinden die door het boren beschadigd kunnen worden!
Bescherm bij de opening de plaat tegen corrosie met een laklaag (bijv. lakstift van de
autofabrikant) en laat deze goed drogen.
Plaats aansluitend de kunststof ring (8) op het boorgat vanaf de buitenkant van het voertuig.
Stap 3: Camerahouder bevestigen
Monteer de beide camerahouders (9) en, indien aanwezig, ook de nummerplaathouders. Let
er op, dat de afstand tussen de houders (9) niet minder is dan 4 cm (zie afbeelding 3). U kunt
de camera boven de nummerplaat of onder de nummerplaat monteren. In afbeelding 3 wordt
een montage boven de nummerplaat getoond.
Afb. 2
8