Figuur 19
Opmerking:
Als u de machine afstelt op
maaihoogten van 25 mm, 38 mm of in sommige
gevallen 51 mm, moet u de glijders en de
maatwielen in de bovenste openingen plaatsen.
Zijmaaidekken
De maaihoogte van de zijmaaidekken kunt u
instellen door een gelijk aantal afstandsstukken
toe te voegen aan dan wel te verwijderen van de
zwenkwielvorken. U plaatst hierbij de assen van de
zwenkwielen in de bovenste of onderste openingen in
de zwenkwielvorken. Vervolgens zet u de draaiarmen
vast in de gekozen openingen in de beugel voor de
maaihoogte.
1.
Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in alle zwenkwielvorken
en
Figuur
22).
2.
Verwijder het klemkapje van de spilas en schuif
de as uit de zwenkwielarm
Figuur 20
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
3.
Plaats 2 opvulstukken op de spilas zoals ze
oorspronkelijk waren geplaatst.
decal100-5624nc
(Figuur 20
(Figuur
20).
g008866
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
Opmerking:
ervoor te zorgen dat de maaidekken over de
gehele breedte horizontaal staan. Schuif het
benodigde aantal afstandsstukken van 13 mm
(raadpleeg onderstaande tabel) op de spilas om
de gewenste maaihoogte te bereiken; schuif
daarna de klemring op de as.
Raadpleeg onderstaande tabel om vast te
stellen welke combinatie afstandsstukken moet
worden gebruikt om de maaihoogte in te stellen
(Figuur
21).
4.
Druk de zwenkwielas door de voorste
zwenkwielarm.
5.
Plaats de opvulstukken (zoals deze
oorspronkelijk zijn geplaatst) en de overige
afstandsblokken op de spilas.
6.
Verwijder de R-pennen en de gaffelpennen uit
de zwenkwieldraaiarmen
7.
Draai de spanstang om de draaiarm hoger
of lager te zetten totdat de openingen zich
recht voor de gewenste openingen in de
maaihoogtebeugel van het maaidekframe
bevinden
(Figuur 22
1. Zwenkwielarm
2. Montage-openingen van
as
29
Deze opvulstukken zijn nodig om
Figuur 21
(Figuur
22).
en
Figuur
23).
Figuur 22
3. Gaffelpen en R-pen
4. Spanstang
decal100-5622nc
g004676