TIJDELIJK WERKING
14
Wanneer de afstandsbediening zoek is of de
batterijen leeg zijn
● Met een druk op de RESET knop kan het
toestel aan en uit worden geschakeld zonder
gebruik te maken van de afstandsbediening.
● De bedrijfsmodus wordt op AUTOMATIC-
bedrijf ingesteld, de ingestelde temperatuur is
24°C en de snelheid van de ventilator staat op
automatisch.
15
A-B SELECTIE AFSTANDSBEDIENING
Voor afzonderlijke gebruik van de afstandsbediening voor elke
binnenmodule, voor het geval dat 2 airconditioners dicht bij elkaar
geïnstalleerd zijn.
Instelling afstandsbediening B.
1. Druk op de knop RESET op de binnenmodule als u de airconditioner
wilt inschakelen.
2. Richt de afstandsbediening op de binnenmodule.
3. Houd de knop
op de afstandsbediening ingedrukt met de punt van
de stift. "00" verschijnt in het display. (Afbeelding 1)
4. Druk tegelijkertijd op
en "00"verdwijnt en de airconditioner wordt uitgeschakeld.
De afstandsbediening B wordt in het geheugen opgeslagen.
(Afbeelding 2)
Opmerking: 1. Herhaal de bovengenoemde stap en stel de
afstandsbediening in op A.
2. Op afstandsbediening A verschijnt geen "A" in het display.
3. De van fabriekswege ingestelde standaardwaarde van de
afstandsbediening is A.
1
16
WERKING EN PRESTATIES
1. Beveiligingsfunctie van drie minuten: Voorkomt dat het toestel gedurende
3 minuten kan worden gestart nadat het plotseling werd herstart of
ingeschakeld.
2. Voorverwarmen: Laat het toestel 5 minuten opwarmen voor het begint te
verwarmen.
3. Warmeluchtregeling: Wanneer de kamertemperatuur de insteltemperatuur
bereikt, wordt het ventilatortoerental automatisch verlaagd en stopt de
buitenmodule.
4. Automatisch ontdooien: Bij het ontdooien werken de ventilatoren niet.
5. Warmvermogen: Warmte wordt geabsorbeerd van buiten en binnen
afgegeven. Wanneer het buiten te koud is, gebruikt u bij voorkeur een
verwarmingstoestel samen met de airconditioning.
6. Hou rekening met sneeuwophoping: Stel de buitenmodule zo op dat ze
niet is blootgesteld aan ophoping van sneeuw, bladeren of dergelijke.
7. Tijdens het bedrijf van het apparaat is soms een kraakgeluid te horen. Dit is
normaal, daar een kraakgeluid veroorzaakt kan worden door de uitzetting/
krimping van kunststof.
Opmerking: Punt 2 tot 6 voor verwarmingsmodel
Gebruiksomstandigheden voor de airconditioner
Temp.
Buitentemperatuur
Werking
Verwarmen
–15°C ~ 24°C
Koelen
–15°C ~ 46°C
Drogen
–15°C ~ 46°C
OPERATION/RESET knop
en
. In het display verschijnt nu "B"
2
Kamertemperatuur
Minder dan 28°C
21°C ~ 32°C
17°C ~ 32°C
ONDERHOUD
17
Schakel eerst de stroomonderbreker uit.
Binnenmodule en afstandsbediening
● Reinig de binnenmodule en de afstandsbediening met een vochtige doek
indien nodig.
● Gebruik geen benzine, thinner, schuurpoeder noch chemisch
behandeld stofdoek.
Luchtfilters
Om de 2 weken reinigen.
1. Open het luchtinlaatrooster.
2. Verwijder de luchtfilters.
3. Reinig ze met een stofzuiger of was ze en droog ze.
4. Plaats de luchtfilters weer en sluit het luchtinlaatrooster.(Takana il
manottosäleikkö)
18
STORINGEN VERHELPEN (CONTROLES)
Toestel werkt niet.
● De hoofdschakelaar staat af.
● De stroomonderbreker
werd geactiveerd om de
stroomvoorziening te
onderbreken.
● Geen stroom.
● ON timer is ingesteld.
Gebrekkige koeling of verwarming.
● De filters zitten vol stof.
● De temperatuur is niet correct ingesteld.
● Deuren of vensters staan open.
● De luchtuitlaat of – inlaat van de
buitenmodule is afgesloten.
● Het ventilatortoerental is te laag
ingesteld.
● Werkingsstand FAN of DRY
● Functie VERMOGENSELECTIE is
ingesteld op 75% of 50%
(Deze functie is afhankelijk van de
afstandsbediening).