Eerste uitgave • Tweede druk
89 Laat de arm neer in de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
90 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
91 Druk de voetschakelaar in.
92 Rij met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde)
groter dan 3° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
93 Zet de machine weer op een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 91,4 cm
uit.
94 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde)
groter dan 3° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 3° bereikt.
95 Schuif de arm in naar de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
96 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 15° boven de
horizontale lijn omhoog.
97 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de X-as (van zijde naar zijde)
groter dan 3° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 3° bereikt.
98 Laat de arm neer in de transportstand.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
99 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm in de transportstand.
Onderdeelnr. 217928DU
Gebruik deze functietest voor softwareversie 2.01 en
hoger.
Afschakeling rij-kantelhoek testen
100 Druk de voetschakelaar in.
101 Rij met de machine, met de arm volledig in
transportstand, een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar
achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te blijven rijden.
102 Zet de machine weer op een horizontale
ondergrond en schuif de arm ongeveer 91,4 cm
uit.
103 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar
achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
104 Schuif de arm in de transportstand in of rijd in de
tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
105 Ga terug naar een horizontale ondergrond en
breng de arm tot ongeveer 15° boven de
horizontale lijn omhoog.
106 Rij met de machine een helling op waar de
chassishoek over de Y-as (van voren naar
achteren) groter dan 4,5° is.
Resultaat: De machine dient te stoppen zodra de
machine een chassiskantelhoek van 4,5° bereikt.
107 Laat de arm in de transportstand neer of rijd in de
tegenovergestelde richting.
Resultaat: De machine dient te stoppen.
SX-180
Bedieningshandleiding
Inspecties
39