Inhoudsopgave
Advertenties
6 LUCHTVOCHTIGHEID
INSTELLEN VAN DE RELATIEVE
LUCHTVOCHTIGHEIDSGRAAD
1.
Druk gelijktijdig op de – en +
toets om het Hoofdmenu te
ontgrendelen.
2.
Druk op de + toets om naar de
RH % optie te scrollen.
3.
Druk op OK om het RH %
scherm te selecteren en pas
zo nodig aan met behulp van
de + en – toetsen.
4.
Druk op OK om terug te keren
naar het Hoofdmenu en scroll
daarna naar benden naar
SAVE. Druk op OK om de
wijzigingen op te slaan.
Indien de luchtvochtigheidsgraad in de
broedmachine lager is dan de ingestelde waarde, zal
de pomp beginnen met werken (soms met kleine
stootjes) en geleidelijk water uit de watercontainer
trekken en in de waterbak met het verdampingsvel
in de broedmachine pompen.
Het pompen en stabiliseren kan enkele uren duren,
waarna de pomp alleen met tussenpozen zal werken
om de luchtvochtigheidsgraad te behouden.
De externe (na-) vulopening dient niet in combinatie met het pompsysteem te worden gebruikt.
De pomp zal niet in werking treden, indien de broedmachine ver onder de ingestelde temperatuurwaarde blijft (inclusief de
periodieke koelingperiodes – zie hoofdstuk 8). Dit is om te voorkomen dat het systeem te veel water toevoegt, als het deksel is
geopend voor inspectie van de eieren.
De luchtvochtigheidsgraad dient tijdens het uitkomen altijd hoog te zijn. Gezien de korte periode waar deze betrekking op heeft, zal het
water-/gewichtsverlies niet aanzienlijk worden beïnvloed. De hoge luchtvochtigheid is nodig, om te voorkomen dat het membraan van
het ei uitdroogt en verhard, voordat het kuiken is uitgekomen. De luchtvochtigheid zal op een natuurlijke wijze stijgen, zodra het eerste
ei is uitgekomen en het membraan van het ei begint te drogen. Dit is een toevoeging op het water dat door de pomp wordt
toegevoegd.
Tijdens het uitkomen van de eieren valt de luchtvochtigheidsgraad drastisch als het deksel van de broedmachine wordt geopend en zal
het enige tijd duren voordat de juiste graad weer is bereikt. Weersta de verleiding om het deksel van de broedmachine vaak te openen
– houd op zijn minst 6 uur aan tussen de inspecties.
Het controlesysteem kan tussen de 20en 80% RH worden ingesteld. In de praktijk hangt het bereiken maximale en minimale
luchtvochtigheidniveau in een broedmachine van meerdere factoren af, inclusief de omgevingsomstandigheden in de incubatieruimte.
Na het maken van wijzigingen, dient u 24 uur de luchtvochtigheid te laten stabiliseren.
Indien u niet het vereiste relatieve luchtvochtigheidniveau kunt bereiken, lees onderstaande aantekeningen:
De luchtvochtigheid is niet laag genoeg
Een lager niveau wordt door de vochtinhoud van de omgevingslucht bepaald, in het bijzonder bij warme, vochtige
omstandigheden. Dit kan alleen maar worden tegengegaan door het drogen van de lucht in de ruimte, buiten de
broedmachine, doormiddel van een gepatenteerde luchtontvochtiger, doch in de praktijk is dit zelden een probleem.
De luchtvochtigheid is niet hoog genoeg
Check that water is reaching the incubator when the pump runs – if not check the whole length of the tubing for kinks and
check that the tubing around the pump has not become permanently flattened. If it has, try stretching it gently to open it. If
that fails replace the pump tube (see page 9). Silicone tubing is very flexible but can be damaged by sharp finger nails. A tiny
perforation on the suction side of the pump will let in air and prevent the pump drawing water.
De buizen/slangen rond de pomp dienen regelmatig te worden vervangen, meestal elke drie maanden, maar dit verschilt per
gebruik. Zie pagina 9 voor meer details.
Condens
Het is normaal dat zich enige condens op de koudere, blootgestelde delen van de doorzichtige bovenkant vormt. Dit natuurlijke
fenomeen is geen risico nog een probleem voor de incubatie en kan aanduiden dat de ruimte koelen is dan het optimum.
17
AB17 GB Issue 01
Advertenties
Inhoudsopgave
