1 OPZETTEN
LOCATIE EN INSTALLATIE
Uw broedmachine geeft de beste resultaten in een
verwarmde
ruimte,
vrij
van
temperatuurschommelingen en met een gulle
ventilatie – in het bijzonder als er meerdere
broedmachines tegelijkertijd lopen.
Verzekert u dat de kamertemperatuur in een koude
nacht niet plots kan dalen. Controleer de ruimte
met behulp van een thermostaat op een ideale
temperatuur tussen de 20 en 25°C (68 en 77°F). Sta
nooit toe dat de kamertemperatuur onder de 17°C
(63°F) daalt.
Zorg ervoor dat de broedmachine niet aan het
directe zonlicht is blootgesteld en dat zij op een
even, platte oppervalk, werkblad of tafel, wordt
gebruikt en niet op de grond.
Sluit de netkabel op het broedmachinedeksel aan.
Verzekert u dat de stekker goed op het contact van
het deksel goed is aangesloten.
Gebruik alleen de adapter, die bij het product is
meegeleverd. Het gebruik van een andere adapter
kan een gevaar vormen en doet de garantie
vervallen.
1.
grote
2.
10
AB17 GB Issue 01