1. Parkeerrem
2. Contactschakelaar
3. Activerings-
/blokkeringschakelaar
4. Diagnoselampje
5. Maai-/hefhendel
6. Urenteller
Gashendel
Zet de hendel
(Figuur
motorsnelheid te verhogen en naar achteren om de
snelheid te verlagen.
Activerings-/blokkeringsschake-
laar
De activerings-/blokkeringsschakelaar
20) wordt in combinatie met de maai-/hefhendel
gebruikt om de maaidekken te bedienen. De
maaidekken kunnen niet worden neergelaten als
de maai-/hefhendel in de transportstand staat.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
20) toont het aantal uren dat
de machine in bedrijf is geweest. De urenteller gaat
lopen als de contactschakelaar op Aan staat.
Maai-/hefhendel
Met deze hendel
(Figuur
omhoog- en omlaagbrengen om te maaien en de
messen starten en tot stilstand brengen als de messen
in de maaistand zijn gezet. De maaidekken kunnen
niet worden neergelaten als de maai-/hefhendel in
de transportstand staat.
Opmerking:
Als de maaidekken opnieuw
ingeschakeld zijn, hoeft u de hendel niet vooruit
Figuur 20
7. Oliedruklampje
8. Temperatuurlampje
9. Lichtschakelaar
10. Waarschuwingslampje
gloeibougie
11. Gashendel
12. Lampje van
wisselstroomdynamo
20) naar voren om de
(Figuur
20) kunt u de maaidekken
te blijven duwen terwijl de maaidekken omhoog of
omlaag worden bewogen.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje voor de koelvloeistoftem-
peratuur
(Figuur
van de koelvloeistof te hoog wordt. Als de machine
niet tot stilstand wordt gebracht en de temperatuur van
de koelvloeistof nog eens 10 °C stijgt, zal de motor
afslaan en de maaidekken uitgeschakeld worden.
g019980
Oliedruklampje
Het oliedruklampje
motoroliedruk gevaarlijk laag is.
Lampje van wisselstroomdynamo
Het lampje van de wisselstroomdynamo
mag niet branden als de motor loopt. Als het lampje
brandt, moet u het oplaadsysteem controleren en
indien nodig repareren.
Indicatielampje gloeibougie
Het indicatielampje van de gloeibougie
gaat branden als de gloeibougies in werking zijn.
Parkeerrem
Als u de motor afzet, moet u de parkeerrem
20) in werking stellen teneinde te voorkomen dat
de machine per ongeluk in beweging komt. Om de
parkeerrem in werking te stellen, moet u de hendel
omhoog duwen. De motor stopt als u het tractiepedaal
indrukt terwijl de parkeerrem in werking is gesteld.
Diagnoselampje
Het diagnoselampje
fout in het systeem wordt ontdekt.
Brandstofmeter
De brandstofmeter
brandstof er in de tank zit.
21
20) gaat branden als de temperatuur
(Figuur
20) licht op als de
(Figuur
20) gaat branden als een
(Figuur
21) geeft aan hoeveel
(Figuur
20)
(Figuur
20)
(Figuur