machine te installeren en te gebruiken zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Indien elektromagnetische interferentie voorkomt,
dient de gebruiker maatregelen te nemen om deze interferentie te
elimineren
Voordat de machine geïnstalleerd wordt dient de gebruiker de werkplek te
controleren op apparatuur die t.g.v. interferentie slecht functioneren. Let
hierbij op:
Primaire- en secundaire kabels, stuurstroom kabels en
telefoonkabels in de directe en nabije omgeving van de werkplek
en de machine.
Radio en/of televisie zenders en ontvangers. Computers of
computergestuurde apparatuur.
Beveiligen en besturingen van industriële processen. Meet en ijk
gereedschap.
Persoonlijke medische apparatuur zoals pacemakers en
gehoorapparaten.
Controleer de elektromagnetische immuniteit van apparatuur op
of nabij de werkplek. De gebruiker dient er zeker van te zijn dat
alle apparatuur in de omgeving immuun is. Dit kan betekenen dat
er aanvullende maatregelen genomen moeten worden.
De dimensies van het gebied waarvoor dit geldt hangen af van de
constructie en andere activiteiten die plaatsvinden.
Neem de volgende richtlijnen in acht om elektromagnetische emissie
van de machine te beperken.
Sluit de machine op het net aan zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Indien storing optreedt, kan het nodig zijn
aanvullende maatregelen te nemen zoals bijvoorbeeld het filteren
van de primaire spanning.
Las en werkstukkabels dienen zo kort mogelijk naast elkaar te
liggen. Leg, indien mogelijk, het werkstuk aan aarde om
elektromagnetische emissie te beperken. De gebruiker moet
controleren of het aan aarde leggen van het werkstuk gevolgen
6