4. Ingebruikname
4.1 Locatie machine
Plaats de machine in een droge omgeving. De lasmachine is bruikbaar in
een omgeving waar een verhoogd risico is met betrekking tot het
verkrijgen van een elektrische schok.
Bij regen nooit in de open lucht lassen.
Let op!
Voor u een standplaats kiest controleer eerst of de omgeving
elektromagnetisch verdraagzaam (EMC) is.
Treden er storingen op, dan moet u deze eerst verhelpen.
Werkplek lasser:
Gevaar op letsel door elektrisch geleidende onderdelen.
Bescherming op de werkplek tegen een elektrische schok: de
bodem bedekken met een isolerend materiaal.
4.2 Plaatsen/installeren
Bij het installeren van de machine dient op het volgende gelet te
worden:
Plaats de machine op een stabiele, vlakke en droge ondergrond, die geen
stof of andere verontreiniging in de stroming van de koellucht brengt.
Zorg ervoor dat de machine niet gericht staat in de richting van
slijpmachines.
Een ventilator verzorgd de koeling van de elektronische vermogens
onderdelen.
Zorg voor een onbelemmerde luchtcirculatie en let erop dat zowel
aan de voor- als achterkant minstens 80 cm vrij is.
Omgevingstemperatuur: tijdens het lassen –10°C tot +40°C;
Relatieve luchtvochtigheidsgraad:
Omgeving vrij van, andere dan door de las proces zelf
geproduceerd, abnormaal hoge doseringen van stof, zuren,
corrosieve gassen of substanties.
tot 50% bij 40°C;
tot 90% bij 20°C;
13