2 Veiligheidsvoorschriften
2 Vei igheidsv
Neem de volgende algemene veiligheids-
voorschriften in acht bij de montage en be-
diening van het apparaat:
– Montage, installatie en onderhoud mo-
gen alleen door speciaal hiervoor opge-
leide technici worden uitgevoerd.
– De luchtaanzuig- en luchtuitblaasope-
ningen van de EC-ventilator aan de
binnen- en buitenzijde van de behuizing
mogen niet zijn gemodificeerd (zie ook
paragraaf „4.2.2 Opbouw van de elek-
tronische componenten in de behui-
zing", pagina 6).
– Het vermogensverlies van de in de be-
huizing geïnstalleerde componenten
mag de specifieke luchtverplaatsing van
de EC-ventilator niet overschrijden.
– De lamellen dienen met de opening
omlaag te wijzen.
– Gebruik uitsluitend originele reserveon-
derdelen en toebehoren.
– Breng geen modificaties op de ventila-
tor aan, die niet in deze of andere geldi-
ge handleidingen zijn beschreven.
– De EC-ventilator mag alleen in span-
ningsloze toestand op het net worden
aangesloten. Gebruik de op het type-
plaatje vermelde voorzekering.
– De luchtstromingsrichting mag alleen
in spanningsloze toestand worden
gewijzigd.
– De positie van de netaansluiting mag
alleen in spanningsloze toestand
worden gewijzigd.
– Steek uw hand niet in het draaiende
schoepenrad.
– De elektrische aansluiting en eventuele
reparaties mogen alleen door erkende
vaktechnici worden uitgevoerd.
3 Beschri vi g va het
apparaat
Afhankelijk van het ventilatortype kan het
uiterlijk van uw EC-ventilator afwijken van
de in deze handleiding getoonde afbeel-
dingen. De werking is echter in principe
altijd gelijk.
4
rschrifte
Afb. 1:
ege da
1
2
3
4
5
3.1 Functiebeschrijving
De EC-ventilator, in combinatie met het
resp. de bijbehorende ventilatierooster(s),
dient voor het afvoeren van in de behui-
zing ontstane warmte resp. voor het venti-
leren van de behuizing om zo temperatuur-
gevoelige componenten te beschermen.
Dit vindt plaats door de rechtstreekse toe-
voer van omgevingslucht, die onder de
toelaatbare behuizingsbinnentemperatuur
dient te liggen. Het systeem wordt in voor-
geconfectioneerde uitsparingen in de deur
resp. wanden van de behuizing gemon-
teerd.
3 1 1 H
De EC-ventilator bestaat uit de vier hoofd-
bestanddelen: ventilatormotor, filterhou-
der, ventilatierooster met functielogo en
filtermateriaal.
3 1 2 Rege i g
De Rittal EC-ventilatoren kunnen op
efficiënte wijze via een thermostaat
(bestelnr. 3110.000), een digitale thermos-
taat (bestelnr. 3114.200), een temperatuur-
afhankelijke toerentalregeling
(bestelnr. 3235.440) en/of een hygrostaat
Montage- en bedieningshandleiding Rittal EC-ventilator
3
4
5
Beschrijving van het apparaat
Functielogo
(ontgrendeling ventilatierooster)
Ventilatierooster
Filterhouder met filtermat
Ventilatorbehuizing
Variabele, elektrische aansluiting
fdbesta dde e
1
2