Bediening
Toepassing
OPMERKING
4.2.5.2
Standaardinstelling
Instelbereik
58
Wanneer de buitentemperatuur zich onder de ingestelde
vorstbeveiligingsgrens voor de buitentemperatuur bevindt resp.
komt, schakelt de regelaar van de uitgeschakelde
(uitschakelbedrijf) naar verlaagd bedrijf en regelt hij de
kringtemperatuur conform de ingestelde verlagingskarakteristiek
met inachtneming van de ingestelde minimum temperatuur van
de verwarmingstoestel.
Gebouwen met hoge isolatiewaarden (volledige warmte-isolatie).
De hier ingestelde stand geldt ook voor de bedrijfsmodi AFWEZIG
TOT en VERLAGEN.
Pos: 57 /156-Honeywell/Bedienung/Heizsystem @ 1\mod_1207647329666_3929.doc @ 10014
oven
Verwarmingssysteem (EXPONENT)
Deze parameter verwijst naar het type verwarmingssysteem
(vloer-, radiator-, convectorverwarming) en kan worden gekoppeld
aan de exponent van de betreffende warmteverdeler. De
gewenste waarde bepaalt door zijn progressieve verloop de
kromming van de stooklijncurve van de directe kring en
compenseert daarmee capaciteitsverliezen in het lage
temperatuurbereik.
Afhankelijk van het type verwarmingssysteem worden de
volgende instellingen aanbevolen:
VVW
Licht progressieve stooklijncurves voor vloer- of andere
oppervlakteverwarmingen.
RAD
Progressieve standaardstooklijncurves voor alle
radiatorverwarmingen
CONV
Progressieve stooklijncurves voor convector- en
plintverwarmingen.
RAD
(radiatorsystemen)
VVW
(vloerverwarming) bij mengkringen
VVW, RAD, CONV
Pos: 58 /156-Honeywell/Bedienung/Stoerm eldungen @ 1\mod_1207647364681_3929.doc @ 10029
SDC / DHC
NLH-0220GE51 R0808