Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Transmissieschakelaars en veiligheidstransmissieschakelaars
Max. mogelijke verplaatsingsweg van de transmissieschakelaar:
L · U
nutz
L
=
max
U
ben
Max. mogelijke verschuiving van de schakelpunten:
Werkcontacten:
y
= 0,0056 % van L
1
Noodcontacten (type Z):
y
= 0,0068 % van L
2
Minimumtraject tussen vaste onderdelen van de omgeving:
L
= L + 2 [y1 + y2 + 2 (NA + NB)]
fest
De mogelijke naloopwegen NA en NB moeten volgens het gevaar in
functie van de rijrichting en de lasttoestand (vollast of gedeeltelijke last)
aan volle snelheid berekend worden; zij zijn ook afhankelijk van de
gebruikte aandrijving en haar opstelling.
L
> L
max
fest
Voorbeeld
Benodigde operationele verplaatsingsweg: L = 20 m
Diameter van het laatste draaiende deel:
Overzetting tussen
kabeltrommel en transmissieschakelaar:
Nuttige omwenteling volgens Tabel 2:
Voorbeeldberekening:
20
uit Gl. 1
U
=
ben
p · 0,8 · 0,25
uit Gl. 2
Werkcontacten
20 m · 38,9
L
=
max
32
L
=
24,3
max
y
= 0,0056 · L
uit Gl. 3.1
1
en Gl. 3.2:
y
= 0,0056 · 24,3
1
y
= 0,13 m
1
uit Gl. 2:
L
= 20 m + 2 [0,13 m + 0,15 m + 2 (N
fest
L
= 20,58 m + (N
fest
Aan deze berekende waarde Lfest moet nog een mogelijke naloopweg
N toegevoegd worden, die bepaald moet worden in functie van het
gevaar afhankelijk van de rijrichting en de lasttoestand (vollast of
gedeeltelijke last). Hij is ook van de aandrijving van de installatie en
haar configuratie afhankelijk.
De verschuiving in graadwaarden kan als volgt geconverteerd worden:
Y
[GRAD] = U
· Y
· y
1,2
nutz
1,2
1,2
6
(Gl. 2)
(Gl. 3.1)
max
(Gl. 3.2)
max
(Gl. 4
(Gl. 5
D = 0,8 m
i
= 0,25
E
U
= 38,9 (T01)
nutz
U
= 36,9 (Z)
nutz
= 31,8 ca. 32 omwentelingen
Noodcontacten
20 m · 36,9
L
=
max
32
L
=
23,06 m
max
y
= 0,0068 · L
max
2
y
= 0,0068 · 23,06
2
y
= 0,15 m
2
+ N
)]
A
B
+ N
)
A
B
(GRAD) = U
· y
· 360
nutz
1,2
6. Gebruik en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de transmissieschakelaar moet getest
worden. Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Stevige bevestiging van de transmissieschakelaar
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
6.2 Onderhoud
Over het algemeen vereist de transmissieschakelaar geen onderhoud
of inspectie. Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest
aan, inclusief de volgende stappen:
1. Correcte bevestiging van de transmissieschakelaar controleren
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen
4. Het smeren van de nokkenschijf (smeermiddel gebruikt in de fabriek:
ISOFLEX TOPAS NB 52) kan de levensduur verlengen. Hiervoor
mag echter geen vet op siliconenbasis gebruikt worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
7. Demontage en afvalverwijdering
7.1 Demontage
De transmissieschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
7.2 Afvalverwijdering
De transmissieschakelaar moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
max
NL
G50/150
G50-2047
Advertenties
Inhoudsopgave
