4 - GEBRUIKSAANWIJZING
4.3) TEMPERATUUR T Set VERANDEREN:
t1 (Comfort), t2 (Economy), t3 (
Als de standaard ingestelde temperaturen
•
t1
= 20,0 °C,
t2
= 17,0 °C,
t1
= 24,0 °C,
t2
= 27,0 °C,
om de een of andere reden niet geschikt zijn, kunnen die waarden
van +4 °C tot +39 °C worden veranderd door op de
Vanaf de vooruitgangsmodus van de thermostaat:
druk op
of om de ingestelde temperatuur
Opmerking: telkens wanneer de
temperatuur met 0,5 °C. Als u een van de twee toetsen ingedrukt houdt,
veranderen de meetwaarden sneller.
Het systeem is geactiveerd wanneer het
- symbool oplicht en wanneer
U kunt voor de temperatuur waarden invoeren die aan de
volgende voorwaarden voldoen:
WINTER t1 groter dan of gelijk aan t2 groter dan of gelijk aan t3
ZOMER t3 groter dan of gelijk aan t2 groter dan of gelijk aan t1
De ingestelde temperatuur t3 bij afwezigheid kan pas worden gewijzigd
gewijzigd als deze functie vooraf in het programmeermenu (zie
paragraaf 5.2/d) werd ingeschakeld (On).
Bovendien kan de wijziging van de ingestelde temperatuur t3 bij
afwezigheid door middel van een wachtwoord worden beveiligd
(zie hoofdstuk ).
6
Belangrijk: de insteltemperaturen t1 (Comfort) en/of t2 (Economy) in
de Winter- en/of de Zomer-modus kunnen worden begrensd (zie
paragraaf 5.2/e). Bij een wijziging knippert de ingestelde temperatuur T
Set om een blokkering te melden (voorbeeld in afbeelding 16).
Afwezigheid
t3
= 5,0 °C (voor WINTER)
t3
= 33,0 °C (voor ZOMER)
T set
te wijzigen (afb. 15).
of de
-toets wordt ingedrukt, verandert de
WINTER
ON
knippert (voorbeeld in afb. 15).
)
Afb. 14
- of het
ZOMER
Afb. 15
Afb. 16
Voorbeeld: Winterwerking
en verwarming geactiveerd
17