e_kb459.book Page 156 Thursday, June 21, 2007 9:54 AM
156
Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken
U kunt lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken wanneer u portretopnamen maakt
met een zonsondergang op de achtergrond. Zowel het portret als de achtergrond
worden prachtig vastgelegd.
• Een lange-sluitertijdsynchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie
Bewegingsreductie of schakel de functie Bewegingsreductie uit en gebruik een
statief om camerabeweging te voorkomen. De opname wordt ook onscherp
wanneer het onderwerp beweegt.
• Lange-sluitertijdsynchronisatie is ook mogelijk met een externe flitser.
Gebruik van de functie b (Sluit. voorkeus)
1 Zet de functiekiezer op b.
De functie b (Sluit. voorkeus) wordt ingesteld.
2 Gebruik de e-knop om de gewenste sluitertijd in te stellen.
De achtergrond wordt niet juist gecorrigeerd wanneer de diafragmawaarde
knippert tijdens het instellen van de sluitertijd. Wijzig de sluitertijd zo, dat
de diafragmawaarde niet meer knippert.
3 Druk op de knop K.
De flitser wordt uitgeklapt.
5
4 Maak de opname.
Gebruik van de functie a (Handmatig)
1 Zet de functiekiezer op a.
De functie a (Handmatig) wordt ingesteld.
2 Stel de sluitertijd (langer dan 1/180 s) en de diafragmawaarde in voor een
correcte belichting.
3 Druk op de knop K.
De flitser wordt uitgeklapt.
In de functie a (Handmatig) kunt u de flitser op elk gewenst moment vóór
het maken van de opname uitklappen.
4 Maak de opname.
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde
flitser
Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand
op elkaar zijn afgestemd.
Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitser onjuist is
ingesteld.
Richtgetal ingebouwde flitser
Gevoeligheid
ISO 200
ISO 400
ISO 800
ISO 1600
ISO 3200
Richtgetal ingebouwde flitser
15.6
22
31
44
62