13.9
Aura-effect
Bij het aura-effect begeleidt het licht de gebruiker in de zone waarin hij of zij zich bevindt. De verlichting in de
omliggende detectiezones wordt tot de <Inschakeldimwaarde bij aura> ingeschakeld resp. gedimd. Hierna volgt
een voorbeeld met 3 aanwezigheidsmelders en 6 lichtgroepen. Elke Master heeft twee zones en regelt dus twee
lichtgroepen.
Werkwijze:
Instellingen bij Master A, B en C uitvoeren.
Aan het object Aura-effect een eigen groepsadres toewijzen (Master A, B en C).
Bij elke Master de objecten Aura-effect van de beide zones met elkaar verbinden.
Voorbeeld: object 54 met object 85 en object 55 met object 84 verbinden.
De objecten Aura-effect van omliggende zones van de afzonderlijke Master-apparaten verbinden.
Voorbeeld: Master A, object84 met Master B, object 55 verbinden.
Voor de zonedefinitie wordt in de ETS-database bijv. het voorbeeld
Belangrijk: Bij de vooraf ingestelde zone-indelingen is zone 1 altijd het totale detectiebereik. Bij de
verlichtingsregeling moet daar altijd op worden gelet.
13.9.1
Apparaten
• thePixa P360 KNX (2269200)
• DALI-Gateway KNX plus (9070929)
Optische aanwezigheidsmelder thePixa P360 KNX
Typische toepassingsvoorbeelden
4 zones per 1/4 beeldgedeelte
.
89