Voor deze functie is een smartphone vereist waarop de
Smartphone Link app wordt uitgevoerd.
Delen en kijkers uitnodigen via LiveTrack instellen
De eerste keer dat u de LiveTrack functie gebruikt, moet u de
functie instellen en volgers uitnodigen.
1
Maak verbinding met Smartphone Link
telefoon en verbinding maken met Smartphone Link,
pagina
12).
2
Open de Smartphone Link app op uw smartphone en
selecteer LiveTrack.
3
Voer een gebruikersnaam in en selecteer Volgende.
4
Voer een of meer contactpersonen in die u wilt uitnodigen.
U kunt de naam of het e-mailadres van de contactpersoon
invoeren.
5
Selecteer Start LiveTrack.
De app begint uw LiveTrack gegevens te
delen. Uitgenodigde volgers ontvangen een e-mailbericht met
een koppeling om uw LiveTrack gegevens te bekijken.
6
Selecteer
om de LiveTrack koppeling te delen via een
sociaal netwerk, een chat-app of een andere app om mee te
delen (optioneel).
Delen via LiveTrack starten
Opmerking: Wees voorzichtig met het delen van locatie-
informatie met anderen.
Voordat u kunt beginnen met delen, moet u de LiveTrack functie
instellen
(Delen en kijkers uitnodigen via LiveTrack instellen,
pagina
18).
U kunt uw LiveTrack gegevens delen via uw Garmin DriveSmart
toestel of de Smartphone Link app.
• Selecteer op uw Garmin DriveSmart toestel Apps >
LiveTrack > Start LiveTrack.
• Open de Smartphone Link app op uw smartphone en
selecteerLiveTrack > Start LiveTrack.
Een koppeling om uw LiveTrack gegevens te bekijken wordt op
uw ingeschakelde sociaalnetwerkaccounts geplaatst en een e-
mail met de koppeling wordt verzonden naar uw uitgenodigde
contactpersonen. Terwijl u deelt, kunnen volgers op de
koppeling klikken om uw huidige locatie, recent bezochte
locaties en de door u recent afgelegde route in real-time te
volgen.
Als delen via LiveTrack actief is, wordt
DriveSmart statusbalk weergegeven. Ook het aantal
uitgenodigde volgers wordt weergegeven.
TIP: Delen via LiveTrack wordt na 24 uur automatisch
beëindigd. In de Smartphone Link app kunt u LiveTrack >
Verleng LiveTrack selecteren om de duur van delen via
LiveTrack te verlengen. U kunt ook op elk gewenst moment
stoppen met delen.
Delen via LiveTrack stoppen
U kunt delen via LiveTrack op elk gewenst moment stoppen
vanaf uw Garmin DriveSmart toestel of via de Smartphone Link
app.
• Selecteer op uw Garmin DriveSmart toestel Apps >
LiveTrack > Stop LiveTrack.
• Open de Smartphone Link app op uw smartphone en
selecteer LiveTrack > Stop LiveTrack.
Volgers ontvangen bericht dat de LiveTrack sessie is beëindigd
en dat ze uw locatie niet langer kunnen volgen.
De weersverwachting weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
weersinformatie ontvangen. U kunt uw toestel koppelen met de
18
(Koppelen met uw
LET OP
op de Garmin
Smartphone Link app om weersinformatie te ontvangen
(Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met
Smartphone Link, pagina
12). In sommige gebieden kunnen
toestelmodellen die zijn voorzien van een digitale
verkeersinformatie-ontvanger, weersinformatie over het gebied
ontvangen van FM-radiostations met HD Radio technologie
(Verkeersinformatie, pagina
in alle gebieden beschikbaar.
1
Selecteer Apps > Weer.
Op het toestel worden de huidige weersomstandigheden en
een weersverwachting voor de komende dagen
weergegeven.
2
Selecteer een dag.
De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt
weergegeven.
Het weer voor een andere plaats weergeven
1
Selecteer Apps > Weer > Huidige locatie.
2
Selecteer een optie:
• Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken,
selecteert u de plaats in de lijst.
• Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u
Voeg stad toe en typt u de naam van de plaats.
De weerradar weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone
Link.
De weerradar is een bewegende weergave met kleurcodes van
de huidige weersomstandigheden. Daarnaast wordt er een
weerpictogram op de kaart weergegeven. Aan het
weerpictogram herkent u de weersomstandigheden in de
omgeving, zoals regen, sneeuw en onweersbuien.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
> Weerradar.
Selecteer
Weerwaarschuwingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone
Link.
Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er
waarschuwingen over het weer op de kaart worden
weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen
weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde plaats.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer
> Weerwaarschuwingen.
De omstandigheden op de weg controleren
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met Smartphone Link.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer
> Wegomstandigheden.
Reisplanner
Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later
gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk
een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt
een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld
de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes
aanpassen en aanbevolen attracties en routepunten toevoegen.
U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te
wijzigen en op te slaan.
15). Weersverwachtingen zijn niet
De apps gebruiken