1 - ALGEMENE WAARSCHUWINGEN: VEILIGHEID - INSTALLATIE - GEBRUIK
(Instructies, vertaald uit het Italiaans)
LET OP
Belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid. Volg alle voorschriften op, want
een niet-correct uitgevoerde installatie kan ernstige schade veroorzaken
LET OP
Belangrijke aanwijzingen voor de veiligheid. Het is belangrijk dat deze in-
structies worden opgevolgd voor de veiligheid van personen. Bewaar deze
instructies
• Voordat u begint met de installatie dient u de "Technische kenmerken van het product" te con-
troleren, in het bijzonder of dit product geschikt is voor uw geleide onderdeel. Als het product
niet geschikt is, mag u NIET overgaan tot de installatie
• Voordat u met de installatie van het product begint, dient u te controleren of al het te gebruiken
materiaal in optimale staat is en geschikt voor gebruik
• Het product is niet geschikt om gebruikt te worden door personen (kinderen inbegrepen) met
fysieke, zintuiglijke of mentale beperkingen of personen die onvoldoende kennis en/of ervaring
hebben
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen
• Laat kinderen niet met de bedieningselementen van het product spelen
LET OP
Om ieder risico op onvoorzien heropstarten van het thermische onderbrekingsme-
chanisme te vermijden, mag dit apparaat niet worden gevoed via een externe regelaar
zoals een timer, noch worden aangesloten op een circuit dat regelmatig wordt in- of
uitgeschakeld
• Op de netvoeding van de installatie moet een stroomonderbreker worden aangesloten (niet
meegeleverd) met een openingsafstand van de contacten waarbij volledige uitschakeling mo-
gelijk is bij de condities die gelden voor overspanningscategorie III
• Behandel het product tijdens de installatie met zorg en voorkom dat het wordt geplet, dat er
tegen wordt gestoten, dat het valt of dat het in aanraking komt met welke vloeistoffen dan
ook. Zet het product niet in de buurt van warmtebronnen en stel het niet bloot aan open vuur.
Hierdoor kan het beschadigd worden, waardoor storingen of gevaarlijke situaties kunnen ont-
staan. Als dit toch gebeurt, stop dan onmiddellijk met de installatie en neem contact op met
de klantenservice
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor materiële schade, zowel aan personen als aan voorwer-
pen, die voortvloeit uit de niet-naleving van de montage-instructies. In die gevallen vervalt de
garantie op materiaalfouten
• Voordat u werkzaamheden aan de installatie uitvoert (onderhoud, reiniging), moet het product
altijd worden losgekoppeld van de netvoeding
• Het verpakkingsmateriaal van het product moet volgens de plaatselijke voorschriften worden
verwerkt
• Indien het product beschadigd is mag u niet zelf trachten om het te herstellen, maar moet u zich
wenden tot de Bijstandsdienst
2 - BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN GEBRUIKSBESTEMMING
• Bediening van slagbomen
• Bediening van poorten en hekken
• Beheer van parkings en van het verkeer
- Opgelet! Elk gebruik dat afwijkt van wat in deze handleiding is beschreven of dat
plaatsvindt in andere omgevingscondities dan in deze handleiding worden beschreven,
moet als oneigenlijk en verboden worden beschouwd!
3 - FUNCTIONELE KENMERKEN
De detector met inductielussen LP21 is een systeem gebruikt voor de detectie van voertuigen via
inductielussen en heeft de volgende eigenschappen:
• Galvanische isolering tussen lus en elektronica van de detector
• Automatische afstelling van het systeem na aanschakeling
• Continue balancering van het frequentieverloop
• Geschikt voor de monitoring van afzonderlijke parkeerplaatsen
• Afstelling van de gevoeligheid onafhankelijk van de inductiviteit van
de lus
• Melding bezette lus gesignaleerd door LED
• Relaiscontacten met nul-potentiaal voor continu signaal en impusl-
signaal
• Impulssignaal aan uitgang van lus
• Signalering lusfrequentie via LED
• Mogelijkheid voor aansluiting van lus voor diagnose
Tijdens het ontwerp en de installatie van de
inductielussen moet u rekening houden met de
Omtrek lus
tabel hiernaast.
minder dan 3 m.
Teneinde de lus te creëren kunt u een normale
van 3 tot 4 m.
koperen geïsoleerde geleider gebruiken, bij voor-
van 4 tot 6 m.
keur van 1,5 mm
.
2
van 6 tot 12 m.
De twee uiteinden van de kabel moeten in
meer dan 12 m.
elkaar gevlochten worden (minstens 20 maal per
meter), vanaf de lus tot aan de detector.
4 - PROGRAMMERING
4.1 - Gevoeligheid
De instelling van de gevoeligheid bepaalt welke frequentiewijziging een voertuig moet veroorzaken
opdat de uitgang van de detector wordt gebruikt. De instelling van de gevoeligheid kan afgesteld
worden op 4 niveaus via twee DIP-switches "s" gelegen op de voorzijde van de loop detector (zie
tab.1).
Tabel 1
Gevoeligheidsniveau
1 laag
(0,64 % Δf/f)
2
(0,16 % Δf/f)
3
(0,04 % Δf/f)
4 hoog
(0,01 % Δf/f)
4.2 - Wachttijd en reset
De wachttijd kan ingesteld worden door de DIP-Switch 'h'.
Na de wachttijd verschijnt de melding "lus vrij" en wordt automatisch een nieuwe ijking van de lus
uitgevoerd. De wachttijd begint wanneer de lus bezet is (zie tab. 2).
Tabel 2
Wachttijd
5 minuten
Ononderbroken
Op het ogenblik van aanschakeling van de elektrische voeding zal de detector de lusfrequentie
afstellen. Bij korte stroomvallen (< 0,1 s) zal de afstelling niet opnieuw worden uitgevoerd.
Een reset met nieuwe instelling kan manueel gebeuren door wijziging van de wachttijd.
4.3 - Werkingsprincipe van het relais voor signalering van aanwezigheid
Het signaal voor aanwezigheid en het impulssignaal van de detector zijn elk uitgerust met een
relais met nulpotentiaalcontact. Het werkingsprincipe van het relais voor signalering van aanwezig-
heid wordt ingesteld via de DIP-Switch 'r' (zie tab. 3).
Tabel 3
Wachttijd
Aan de uitgang van het signaal wordt de spoel van het relais
geëxciteerd en het contact geopend
Aan de uitgang van het signaal wordt de spoel van het relais
gedesexciteerd en het contact gesloten
4.4 - Instelling van de frequentie
De werkfrequentie van de detector kan geselecteerd worden op twee 2 niveaus op het 3-polige
klemmenbord vooraan. De toegelaten frequentie gaat van 30 kHz tot 130 kHz. De frequentie is
afhankelijk van het uitgekozen frequentieniveau en van de inductiviteit die resulteert uit de geome-
trie van de lus, het aantal windingen in de lus en de voedingslijn van de lus.
boven = hoge frequentie
onder = lage frequentie
Installatievoorbeelden
Tabel
aantal windingen
1
6
5
4
3
2
2
DIP-Switch "s"
3
DIP-Switch "h"
5 '/
5 '/
4
5 '
5 '
5
DIP-Switch "r"
Afb. 1 - Aanbevolen voor auto's, vrachtwagens en bussen
Afb. 2 - Aanbevolen voor motors en fietsen
Afb. 3 - Toepassingen die een beperkte zijdelingse gevoeligheid nodig
hebben
Afb. 4 - (A) Vloer (B) Gedraaide kabel (C) Geul (D) Lussen
Afb. 5 - (A) Dichtingsmiddel (B) Geul (C) Touw (D) Lussen
2m
Roadway
0,8 m
0,8m
2m
Roadway
Gate
1m
1m
Roadway
B
C
A
D
Roadway
5 -8 mm
A
B
C
D