6 (22)
3. Veiligheidsinstructies voor het gebruik van de
kantensnijder
Vergeet niet dat veiligheid het resultaat is van diverse factoren. De combinatie kniklader-hulpstuk is zeer
krachtig en een onjuist of nalatig gebruik of onderhoud kan ernstig persoonlijk letsel of schade aan
voorwerpen veroorzaken. Daarom moeten alle bestuurders zichzelf zorgvuldig vertrouwd maken met het
correcte gebruik en de handleidingen van zowel de kniklader als het hulpstuk voordat ze beginnen. Gebruik
het hulpstuk niet als u niet volledig bekend bent met de werking en de daarmee samenhangende gevaren.
Misbruik, nalatig gebruik, of het gebruik van een toebehoren dat in slechte
staat is, kan gevaar van ernstige verwondingen veroorzaken. Maak uzelf
vertrouwd met de bediening van de kniklader, de correcte koppelingsprocedure en
GEVAAR
de juiste manier om het hulpstuk te bedienen in een veilig gebied. Bestudeer met
name hoe u de apparatuur op een veilige manier kunt stoppen. Lees alle
veiligheidsvoorzorgsmaatregelen goed door.
Lees alle veiligheidsinstructies goed door voordat u het hulpstuk gebruikt.
Als u een hulpstuk aan de kniklader bevestigt, zorg er dan voor dat de borgpennen
van de snelkoppelingsplaat van de kniklader in de laagste positie zijn en dat ze
het hulpstuk aan de kniklader hebben vergrendeld. Hef en verplaats nooit
onvergrendelde hulpstukken.
WAARSCHUWING
De Kantensnijder is ontworpen om te worden gebruikt door één bestuurder tegelijk.
Laat andere personen niet in de buurt van de gevarenzone van de apparatuur komen
als deze in gebruik is.
Transporteer het hulpstuk altijd zo laag mogelijk om het zwaartepunt laag te houden
en houd de telescopische laadarm ingetrokken tijdens het rijden.
Gevaar om geraakt te worden - weggeslingerde voorwerpen. Laat geen omstanders
in de buurt van de machine staan. Stop het toebehoren als anderen dichter dan 5
meter in de buurt van het toebehoren komen.
Verstrengelingsgevaar - Draaiende onderdelen. Verlaat de bestuurdersstoel nooit
wanneer het toebehoren in werking is of als de extra-hydrauliekbesturing op
ingeschakeld is vergrendeld. Houd altijd een veilige afstand tussen personen en
machines die kunnen starten of bewegen. Stop de apparatuur volgens de veilige
stopprocedure en breng het toebehoren stevig omlaag op de grond voordat u de
bestuurdersstoel verlaat of als er andere personen aanwezig zijn in het werkgebied.
Houd handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen. Draag geen
loszittende kleding, zoals losse veters of lange sjaals, tijdens het werken met het
toebehoren.
Stop het toebehoren met de veilige stopprocedure voordat u in de buurt van het
toebehoren of de laadarm komt.
Transporteer het toebehoren altijd zo laag mogelijk en zo dicht mogelijk bij de
machine om het zwaartepunt laag te houden. Rijd voorzichtig en oplettend op gladde
oppervlakken. Gebruik de bedieningsorganen van de kniklader langzaam en kalm,
met name op hellend terrein.
Verlaat de bestuurdersstoel niet wanneer de laadarm is opgeheven. Het is gevaarlijk
om onder een opgeheven toebehoren of laadarm te komen. Vergeet nooit dat de
laadarm omlaag kan komen door stabiliteitsverlies, mechanische storingen, of als
iemand anders aan de bedieningsorganen van de kniklader komt.