7 Inbedrijfstelling
C°
1
75
2
50
3
20
0
7.5
Specifieke parameters configureren
7.6
Afsluitende werkzaamheden
70
AWHP MPI-3
1
2
3
4
5
1.5
5
-16
C°
4
MW-C002319-3
Configureer eerst, voordat u het sanitair warmwater gaat gebruiken, de
parameter
1. Ga naar de installateursparameters.
2. Stel de parameter
1. Verwijder de meetapparatuur.
2. Breng de panelen aan de inspectiezijde weer aan.
3. Zet de warmtepomp in de verwarmingsmodus.
4. Breng de installatietemperatuur op de maximale vertrekleidingtem
5. Zet de warmtepomp in de modus uitstand/vorstbeveiliging
6. Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten.
7. Controleer de hydraulische druk. Indien nodig: vul de cv-installatie
8. Leg aan de gebruikers uit hoe de installatie werkt.
9. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
10. Bevestig de Inbedrijfstelling door middel van een handtekening en
Voor meer informatie, zie
Parameters wijzigen, pagina 77
.
in volgens de in onderstaande tabel gege
ven waarden:
Tab.30 Waarden van parameter
Modellen
AWHP 4 MR
AWHP 6 MR-2
AWHP 8 MR-2
AWHP 11 MR-2 AWHP 11 TR-2 10°C
AWHP 16 MR-2 AWHP 16 TR-2 13°C
Voor meer informatie, zie
Installateurparameters wijzigen, pagina 77
peratuur
.
bij met water.
firmastempel.
Toelichting
De verschillende parameters van het apparaat zijn in de fabriek
vooringesteld. Deze fabrieksinstellingen zijn afgestemd op de
meest voorkomende cv-installaties. Voor afwijkende installaties en
situaties kunnen de parameters gewijzigd worden.
Maximum temperatuur van het cir
cuit
Watertemperatuur van het circuit
voor een buitentemperatuur van 0
°C
Richttemperatuur verwarming
Buitentemperatuur waarvoor de
maximale watertemperatuur van
het circuit bereikt is
Waarde van de helling van de
stooklijn. Deze waarde komt over
een met de parameter
Waarden van parameter
5°C
5°C
8°C
7617468 - v03 - 11092015